Si l’intéressé a maintenu, pendant l’exercice de ses activités, une diminution de sa capacité de 50 % au moins sur le plan médical, il est présumé être resté incapable de travailler (principe de “la régularisation médicale”).
Wanneer de betrokkene tijdens de uitoefening van de activiteit nog een vermindering behouden heeft van zijn vermogen van 50 pct. van geneeskundig oogpunt uit, wordt de betrokkene vermoed verder arbeidsongeschikt te zijn gebleven (principe van de “medische regularisatie”).