Dysfonctionnement rénal En cas de dysfonctionnement rénal (clairance de la créatinine < 80 ml/min), la posologie initiale d’énalapril doit être adaptée en fonction de la clairance de la créatinine du patient (voir 4.2 Posologie et mode d’administration) et ensuite en fonction de la réaction du patient au traitement.
Gestoorde nierfunctie In geval van een nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 80 ml/min) moet de aanvangsdosering enalapril worden aangepast op basis van de creatinineklaring van de patiënt (zie 4.2 Dosering en wijze van toediening) en dan op geleide van de reactie van de patiënt op de behandeling.