Vertaling van "réplicons avec " (Frans → Nederlands) :

A noter : les réplicons portant le variant A156T sont moins efficaces que les réplicons portant d’autres RAV. Des résultats similaires ont été obtenus avec le bocéprévir dans des études enzymatiques NS3 in vitro, où la puissance était réduite (de 2 à 17 fois) par les RAV V36M, T54A, T54S, V55A, R155K, A156S et V170A.
Opmerkelijk is dat replicons met de A156T-variant minder sterk zijn dan replicons met andere RAV’s. Soortgelijke resultaten werden verkregen met boceprevir in in vitro- NS3-enzymstudies, waarbij de potentie verminderd werd (factor 2 tot 17) door de RAV’s V36M, T54A, T54S, V55A, R155K, A156S en V170A.

Résistance croisée La résistance croisée des variants résistants au télaprévir a été évaluée vis à vis des inhibiteurs de protéase représentatifs dans le système de réplicons du VHC. Les réplicons avec substitutions uniques en position 155 ou 156 et les doubles variants avec des substitutions au niveau des résidus 36 et 155 ont montré une résistance croisée à tous les inhibiteurs de protéase testés avec de grands écarts de sensibilité.
Kruisresistentie Telaprevir-resistente varianten werden in het HCV-repliconsysteem getest op kruisresistentie tegen representatieve proteaseremmers. Replicons met enkelvoudige substituties op positie 155 of 156 en dubbele varianten met substituties op residuen 36 en 155 vertoonden kruisresistentie tegen alle geteste proteaseremmers met een grote spreiding van gevoeligheden.

Activité antivirale en culture cellulaire L’activité antivirale du bocéprévir a été évaluée par un dosage biochimique des inhibiteurs à liaison lente de la protéase NS3 et dans le système réplicon du VHC de génotypes 1a et 1b.
Antivirale activiteit in celkweken De antivirale activiteit van boceprevir is beoordeeld in een biochemische bepaling voor langzaam bindende remmers van NS3-protease en in het genotype 1a en 1b HCV-repliconsysteem.

Les valeurs IC 50 et IC 90 pour le bocéprévir contre des réplicons de différents génotypes 1b allaient de 200 à 600 nM et de 400 à 900 nM, respectivement, dans une épreuve de culture cellulaire de 72 heures.
De IC 50 - en IC 90 -waarden voor boceprevir tegen verschillende genotype 1b-replicons varieerden in een celkweekassay van 72 uur van 200 tot 600 nM resp. 400 tot 900 nM.

La perte de réplicon d’ARN semble être du premier ordre par rapport au moment du traitement.
Verlies van replicon-RNA lijkt van de eerste orde te zijn voor wat betreft duur van de behandeling.

Dans un réplicon de génotype 1a, les valeurs IC 50 et IC 90 pour le bocéprévir étaient respectivement de 900 nM et 1 400 nM.
In een genotype 1a-replicon waren de IC 50 - en IC 90 - waarden voor boceprevir 900 nM resp. 1400 nM.

Le traitement à IC 90 pendant 72 heures a provoqué une chute de réplicon d’ARN de 1-log 10 .
Behandeling bij IC 90 gedurende 72 uur leidde tot een verlaging van het replicon-RNA van 1-log 10 .