Vertaling van "répondeurs cgi-i amélioration " (Frans → Nederlands) :

Les taux des répondeurs CGI (bien améliorés, très améliorés) ont été de 50,3 % (80 sur159) et 68,5 % (111 sur 162), respectivement sous placebo et pramipexole (p=0,001) correspondant à un nombre de patients à traiter (NNT) de 6 patients (IC 95 % : 3,5 ; 13,4).
De CGI-I respons ratio’s (veel verbeterd, heel veel verbeterd) waren respectievelijk 50,3% (80/159) en 68,5% (111/162) voor placebo en pramipexol (p=0,001), wat overeenkomt met ‘number needed to treat’ (NNT) van 6 patiënten (95% CI: 3,5, 13,4).

Les taux de répondeurs CGI-I (amélioration, très grande amélioration) étaient de 51,2 % et de 72,0 % pour le groupe placebo et le groupe pramipexole respectivement (différence 20 %, IC à 95 % : 8,1 % ; 31,8 %, p< 0,0005).
Het gecorrigeerde gemiddelde verschil was -4,3 punten (95% BI -6,4; -2,1 punten, p-waarde < 0,0001).

Les taux des répondeurs CGI-I (améliorés, très améliorés) ont été de 51,2% sous placebo et de 72,0% sous pramipexole (différence 20%; IC 95%: 8,1% ; 31,8%, p < 0,0005).
CGI-I responderpercentages (verbeterd, zeer sterk verbeterd) waren 51,2% en 72,0% voor placebo en pramipexol respectievelijk (verschil 20% BI 95%; 8,1%; 31,8%, p < 0,0005).

Les taux des répondeurs CGI (améliorés, très améliorés) ont été de 51.2% sous placebo et de 72.0% sous pramipexole (différence 20% ; IC 95% : 8.1%-31.8%, p< 0,0005).
CGI-I responders percentages (verbeterd, zeer sterk verbeterd) waren 51,2% en 72,0% voor placebo en pramipexol respectievelijk (verschil 20% BI 95%: 8,1%; 31,8%, p< 0,0005).

Les taux des répondeurs CGI-I (bien améliorés, très améliorés) ont été de 50,3% (80 sur159) et 68,5% (111 sur 162), respectivement sous placebo et pramipexole (p=0,001) correspondant à un nombre de patients à traiter (NNT) de 6 patients (IC 95% : 3,5 ; 13,4).
De CGI-I respons ratio’s (veel verbeterd, heel veel verbeterd) waren respectievelijk 50,3% (80/159) en 68,5% (111/162) voor placebo en pramipexol (p=0,001), wat overeenkomt met een ‘number needed to treat’ (NNT) van 6 patiënten (95% CI: 3,5, 13,4).

Le taux de répondeurs sur l’item 1 de la CGI (fortement amélioré, très fortement amélioré) ont été de 43,0% et 67,5% respectivement pour le placebo et la rotigotine (différence 24,5% IC 95% ; 14,2% ; 34,8%, p< 0,0001).
Na een 6 maanden durende onderhoudsbehandeling bij patiënten met matige tot ernstige RLS, verbeterde de initiële IRLS-score van 30,7 tot 20,7 voor placebo en van 30,2 tot 13,8 voor rotigotine.

Le taux de répondeurs sur l’item 1 de la CGI (fortement amélioré, très fortement amélioré) ont été de 43,0 % et 67,5% respectivement pour le placebo et la rotigotine (différence 24,5% IC 95% ; 14,2% ; 34,8%, p< 0,0001).
Het gecorrigeerd gemiddelde verschil was -6,5 punt (CI 95% -8,7; -4,4, p < 0.0001). Het percentage patiënten die een positieve respons hadden op de CGI-schaal (veel verbeterd, zeer veel verbeterd) bedroeg 43,0% voor de groep behandeld met placebo enerzijds en 67,5% voor rotigotine anderzijds (absoluut verschil 24,5% CI 95% : 14,2%; 34,8%, p< 0.0001).