Lorsque le patient se trouve dans un état de santé l’empêchant d’exprimer sa volonté (ex. coma, maladie mentale dégénérescente), le praticien doit respecter la déclaration de volonté anticipée rédigée par le patient lorsqu’il était encore à même d’exercer ses droits.
Indien de patiënt zich in een gezondheidstoestand bevindt, die hem verhindert zijn wil uit te drukken (bv. in een coma of bij een degeneratieve mentale aandoening), moet de beroepsbeoefenaar de voorafgaande wilsverklaring respecteren, die door de patiënt werd opgesteld op het ogenblik dat hij nog in staat was om zijn rechten uit te oefenen.