Le tramadol peut provoquer des convulsions et accroître le risque de convulsions causées par des inhibiteurs sélectifs de la recapture de la sérotonine (ISRS) tels que fluoxétine ou fluvoxamine, des inhibiteurs de la recapture de sérotonine-noradrénaline (IRSN), des antidépresseurs tricycliques, des antipsychotiques et d’autres médicaments abaissant le seuil convulsivant (tels que bupropione, mirtazapine, tétrahydrocannabinole) (voir rubriques 4.4 et 5.2).
De combinatie met gemengde agonisten/antagonisten (bijv. buprenorfine, nalbufine, pentazocine) en tramadol is niet aan te raden, omdat het analgetische effect van een zuivere agonist theoretisch in dergelijke omstandigheden kan verminderen. Tramadol kan convulsies opwekken en het risico verhogen op convulsies veroorzaakt door selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s) zoals fluoxetine of fluvoxamine), serotoninenorepinefrineheropnameremmers (SNRI’s), tricyclische antidepressiva, antipsychotica en andere middelen die de aanvalsdrempel verlagen (zoals bupropion, mirtazapine, tetrahydrocannabinol) (zie rubrieken 4.4 en 5.2).