Tout comme la conclusion du « Nederlandse Gezondheidsraad », la convention stipule que l’offre de traitement doit au minimum obligatoirement contenir une thérapie comportementale cognitive et de la rééducation physique progressive car ces formes de traitement sont les seules dont l’efficacité a été démontrée — preuves à l’appui — pour les patients touchés par le Syndrome de fatigue chronique.
Zoals ook de conclusie is van de Nederlandse Gezondheidsraad bepaalt de overeenkomst dat het behandelingsaanbod minimaal obligaat cognitieve gedragstherapie en progressieve fysieke revalidatie moet omvatten, omdat enkel van deze behandelingsvormen evidence based is aangetoond dat ze effectief zijn voor patiënten met het Chronisch vermoeidheidssyndroom.