Contrôle des taux plasmatiques Bien que les corrélations entre la posologie et les taux plasmatiques de la carbamazépine, d’une part, et entre les taux plasmatiques et l’efficacité clinique ou la tolérance, d’autre part, soient plutôt faibles, un contrôle des taux plasmatiques peut néanmoins s’avérer utile dans les situations suivantes : augmentation subite et importante du nombre de crises/contrôle de la compliance ; grossesse ; chez les enfants ou les adolescents ; en cas de suspicion de troubles de la résorption ; en cas de suspicion d’un effet toxique lors de polymédication (cf. « Interactions »).
Bewaking van plasmaspiegels Hoewel de correlaties tussen de posologie en de plasmaspiegels van carbamazepine enerzijds en tussen de plasmaspiegels en de klinische efficiëntie of tolerantie anderzijds eerder gering zijn, kan een controle van de plasmaspiegels evenwel nuttig zijn in volgende situaties: plotse en belangrijke verhoging van het aantal aanvallen/controle van de therapietrouw; zwangerschap; bij kinderen of adolescenten; bij vermoeden van resorptiestoornissen; bij vermoeden van een toxisch effect in geval van polymedicatie (zie " Interacties" ).