Il existe un risque d’effets additifs entraînant une hypotension et/ou une bradycardie prononcée lorsque la solution bêtabloquante ophtalmique est administrée en concomitance avec des antagonistes oraux du calcium, des bêta-bloquants, des antiarythmiques (y compris l’amiodarone), des glucosides digitaliques, des parasympathomimétiques ou de la guanéthidine.
Er is een kans op additieve effecten met daardoor hypotensie en/of uitgesproken bradycardie als oogdruppels met bètablokkers concomitant met orale calciumantagonisten, bètablokkers, antiaritmica (met inbegrip van amiodaron), digitalisglycosiden, parasympathicomimetica of guanethidine worden toegediend.
