Aucune adaptation de la posologie n’est nécessaire, étant donné que l’administration de l’implant de ZOLADEX (chez l’homme et la femme) toutes les 4 semaines ou de ZOLADEX Long Acting (tous les 3 mois chez l’homme et toutes les 12 semaines chez les femmes), il ne se produit pas d’accumulation; de plus, la clairance est probablement hépatique et non rénale.
Dosisaanpassing is evenwel niet nodig, aangezien bij toediening van het implantaat van ZOLADEX (bij mannen en vrouwen) om de 4 weken of ZOLADEX Long Acting (bij mannen om de 3 maand en bij vrouwen om de 12 weken) geen accumulatie optreedt en aangezien er een niet-renale, waarschijnlijk hepatische, klaring bestaat.