Chez les patients atteints d’une cirrhose biliaire primitive de stade avancé, ou en cas de stade IV avec ictère, il faut instaurer le traitement au moyen d’une faible posologie (voir rubrique 4.2 Posologie et mode d’administration), et suivre étroitement l’effet exercé sur la cholostase.
Bij patiënten met primaire biliaire cirrose in een gevorderd stadium, of in geval van stadium IV met geelzucht, moet de behandeling worden ingesteld met een kleine dosering (zie rubriek 4.2 Dosering en wijze van toediening) en moet het effect op de cholestase nauw worden opgevolgd.