Traduction de «sujets présentant une diminution des neutrophiles était supérieure » (Français → Néerlandais) :

Neutrophiles (voir rubrique 4.4) La proportion de sujets présentant une diminution des neutrophiles était supérieure dans les bras traités par Victrelis par rapport aux sujets recevant uniquement peginterféron alfa-2b et ribavirine.
Neutrofielen (zie rubriek 4.4) Het aandeel proefpersonen met een verlaagd aantal neutrofielen was in de armen met Victrelis hoger dan bij de proefpersonen die alleen peginterferon alfa-2b en ribavirine kregen.

Chez les sujets traités par Victrelis, la réponse à l’interféron (définie comme une diminution ≥ 1-log 10 de la charge virale à la semaine de traitement 4) était associée à la détection de moins de RAV, 6 % de ces sujets présentant des RAV, par rapport à 41 % des sujets ayant une diminution < 1-log 10 de la charge virale à la semaine de traitement 4 (mauvais répondeurs à l’interféron).
Bij met Victrelis behandelde proefpersonen ging de respons op interferon (gedefinieerd door een afname van ≥ 1-log 10 in virale belasting in behandelingsweek 4) gepaard met detectie van minder RAVs, waarbij 6 % van deze proefpersonen RAVs had tegen 41 % van de proefpersonen met een afname van < 1-log 10 in virale belasting in behandelingsweek 4 (slechte respons op interferon).

supérieure au placebo pour allonger le délai de récidive des différents états d'humeur (maniaques, mixtes ou dépressifs) chez les sujets présentant un trouble bipolaire de type I. Le nombre de patients présentant un état d'humeur était, respectivement, de 91 (22,5 %) dans le groupe quétiapine, 208 (51,5 %) dans le groupe placebo et 95 (26,1 %) dans le groupe lithium.
In een langetermijnstudie (tot een behandelingsduur van 2 jaar) naar de preventie van recidieven bij patiënten met manische, depressieve of gemengde stemmingsepisodes bleek quetiapine superieur aan placebo in het verlengen van de tijd tot een recidief van enige stemmingsstoornis (manisch, gemengd of depressief), bij patiënten met een bipolaire-I-stoornis. Het aantal patiënten met een stemmingsstoornis was respectievelijk 91 (22,5%) in de quetiapinegroep, 208 (51,5%) in de placebogroep en 95 (26,1%) in de groep patiënten die met lithium werd behandeld.

Cependant, une proportion supérieure de sujets ayant présenté une baisse d’appétit et/ou une diminution de la prise alimentaire a été observée dans le groupe sous adéfovir comparé au groupe sous placebo.
Er werd echter een aanwijzing voor een hogere mate van verminderde eetlust en/of voedselinname waargenomen bij de groep die adefovir kreeg ten opzichte van de placebogroep.

Alors que les valeurs moyennes de tous les paramètres sont restées à tout moment dans les limites de la normale et n’ont pas atteint les critères prédéfinis d'une évolution cliniquement significative (30 %), deux sujets sous dutastéride ont présenté une diminution du nombre de spermatozoïdes supérieure à 90% à la 52 ème semaine par rapport à la valeur initiale, avec une récupération partielle à la 24 ème semaine de suivi.
Terwijl de gemiddelde waarden van alle parameters op alle tijdstippen binnen de normale waarden bleven en de vooraf gedefinieerde criteria voor een klinisch significante verandering (30%) niet werden gehaald, hadden twee vrijwilligers in de dutasteridegroep op week 52 een verlaging van het aantal zaadcellen van meer dan 90% ten opzichte van de aanvangswaarde; dit herstelde gedeeltelijk bij de 24 weken follow-up.

Le pourcentage de patients présentant une diminution du score YMRS total égale ou supérieure à 50 % entre le départ et l’issue de la semaine 3 était significativement plus élevé sous rispéridone que sous placebo.
Het percentage patiënten dat op het eindpunt van week 3 een afname op de totaalscore van de YMRS vertoonde van ≥ 50% t.o.v. baseline was voor risperidon significant hoger dan voor placebo.