Tandis que les articulations de certaines espèces de jeunes animaux sont sensibles aux effets dégénératifs de fluoroquinolones (surtout le chien), les cobayes jeunes adultes à qui l’on a administré la ciprofloxacine dans l’oreille moyenne durant un mois, ne démontraient aucune modification structurelle ou fonctionnelle relatée au médicament des cellules sensorielles de la cochlée (limaçon) ni un endommagement de l’osselet de l’oreille.
Terwijl de gewrichten van sommige soorten jonge dieren gevoelig zijn voor de degeneratieve effecten van fluorchinolonen (voornamelijk de hond), vertoonden de jonge volwassen cavias die gedurende één maand ciprofloxacine in het middenoor kregen toegediend, geen geneesmiddelengerelateerde structurele of functionele wijziging van de haarcellen van de cochlea (slakkenhuis) en geen beschadiging van het ossilicum (gehoorbeentje).