Si l’examen clinique aboutit à une suspicion de IA, la procédure de suspicion est déclenchée et des échantillons sont pris pour un diagnostic virologique (cf. chapitre 4 et chapitre 5).
Bij dieren waar bij de klinische controle symptomen worden onderkend die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een AI-infectie, wordt de procedure bij verdenking opgestart en worden de nodige stalen genomen voor virologische diagnose (cf. hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5).