L’arrêt doit se faire progressivement. Les symptômes de sevrage après interruption brutale comprennent: maux de tête, douleur musculaire, anxiété, tension, dépression, insomnie, nervosité, agitation, confusion, irritabilité, transpiration, humeur dépressive, vertiges et phénomène de rebond, dans lequel les symptômes qui avaient nécessité le traitement réapparaissent de manière accentuée.
De ontwenningsverschijnselen die kunnen optreden na het bruusk stoppen van de behandeling omvatten: hoofdpijn, spierpijn, angst, spanning, depressie, slapeloosheid, zenuwachtigheid, agitatie, verwarring, prikkelbaarheid, transpiratie, depressieve stemming, duizeligheid, rebound effect, waarbij de symptomen waarvoor de behandeling initieel werd gestart terugkomen op een meer uitgesproken manier.