Lorsqu’on instaure un traitement par la clarithromycine chez des patients déjà traités par l’un de ces immunosuppresseurs, les concentrations plasmatiques de cyclosporine, de tacrolimus ou de sirolimus doivent être contrôlées soigneusement et leur posologie sera réduite si nécessaire.
Bij het starten van een behandeling met claritromycine bij patiënten die al één van die immunosuppressiva krijgen, moeten de plasmaconcentraties van ciclosporine, tacrolimus of sirolimus van dichtbij worden gevolgd en moet hun dosering worden verlaagd indien nodig.