Fréquent : hyponatriémie (taux de sodium trop faible dans le sang), hypomagnésémie (taux de magnésium trop faible dans le sang) et hyperglycémie (taux de sucre trop élevé dans le sang) R
are: hypercalcémie (taux de calcium trop élevée dans le sang), glycosurie (la présence de glucose dans l’urine), réduction de la transformation des substances dans le corps chez le diabétique, thrombocytopénie (baisse du nombre de cellules thrombocytes dans le sang), leucopénie (baisse du nombre de cellules leucocytes dans le sang), agranulocytose (baisse du nombre de cellules granulocytes dans le sang) et éosinophilie (croissance anormale des cellules eo
...[+++]sinophiles dans le sang).
Vaak : hyponatriëmie (te weinig natrium in het bloed), hypomagnesiëmie (te weinig magnesium in het bloed) en hyperglykemie (te veel suiker in het bloed). Zelden: hypercalciëmie (te veel calcium in het bloed), glycosurie (de aanwezigheid van glucose in de urine), vermindering van de omzetting van stoffen in het lichaam bij diabetici, trombocytopenie (daling van het aantal trombocyten in het bloed), leukopenie (daling van het aantal leukocyten in het bloed), agranulocytose (daling van het aantal granulocyten in het bloed) en eosinofilie (abnormale stijging van het aantal eosinofielen in het bloed).