Traduction de «taux d’ovulation » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

anovulatoire | qui n'est pas accompagné d'ovulation
anovulair | anovulatoor | zonder eisprong

hémorragie d'ovulation
ovulatiebloeding

Saignements de l'ovulation
ovulatiebloeding

pompe d’ovule vaginal pour incontinence fécale
pomp voor intravaginaal hulpmiddel voor fecale incontinentie

insémination artificielle avec le mauvais sperme de donneur ou la mauvaise ovule de donneuse
kunstmatige bevruchting met verkeerd donorsperma of donoreicel

ovule vaginal à usage unique pour incontinence urinaire pour femme
intravaginaal hulpmiddel voor urine-incontinentie voor eenmalig gebruik

ovule dégénéré
blighted ovum

ovule vaginal d’incontinence fécale
intravaginaal hulpmiddel voor fecale incontinentie

Hyperstimulation des ovaires:SAI | associée à une ovulation induite
hyperstimulatie van ovaria | NNO | hyperstimulatie van ovaria | verband houdend met ovulatie-inductie

Admission pour prélèvement ou implantation d'ovules
opname voor 'ovumpick-up' of ovumimplantatie

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Dans ces essais, le taux d’ovulation par cycle était de 70 à 75 %.
In deze studies was de ovulatiefrequentie per cyclus 70-75%.

Une comparaison avec les données historiques suggère que le taux d’ovulation obtenu avec GONAL-f/LH est équivalent à celui obtenu avec les hMG.
Een vergelijking met historische gegevens maakt aannemelijk dat de ovulatiesnelheid welke wordt verkregen met GONAL-f/LH vergelijkbaar is met die verkregen met hMG.

Retour de l'ovulation Après l'administration d'une dose unique de SAYANA, le taux cumulé de retour de l'ovulation mesuré à l'aide de la progestérone plasmatique était de 97,4 % (38/39 patientes) un an après l'administration.
Terugkeer van de ovulatie Na een éénmalige dosis van SAYANA bedroeg de cumulatieve frequentie van terugkeer van de ovulatie, gemeten met behulp van het plasmaprogesteron, 97,4% (38/39 patiëntes) een jaar na de toediening.

L’incidence d’ovulation étudiée au cours de 2 cycles où l’ovulation a été définie par des taux de progestérone supérieurs à 16 nmole/L pendant 5 jours consécutifs, est de 1% (1/103) avec un intervalle de confiance 95% de 0,02%- 5,29% dans le groupe ITT (échecs utilisatrices + méthode).
De ovulatie incidentie, bestudeerd in 2 cycli waar ovulatie gedefinieerd werd als progesteron spiegels hoger dan 16 nmol/L voor 5 opeenvolgende dagen, is 1 % (1/103) met een 95% confidentie interval van 0,02% - 5,29% in de ITT-groep (gebruikster + methode falen).

Dans le cadre d’une étude portant sur 2 cycles et définissant l’ovulation comme un taux de progestérone supérieur à 16 nmol/l pendant 5 jours consécutifs, il a été observé une incidence d’ovulation de 1 % (1/103) avec un intervalle de confiance à 95 % de 0,02 % - 5,29 % dans le groupe en intention de traiter (échecs de la méthode et de la patiente).
De ovulatie-incidentie, bestudeerd in 2 cycli waar ovulatie gedefinieerd werd als een progesteronspiegel hoger dan 16 nmol/l gedurende 5 opeenvolgende dagen, bleek 1% (1/103) met een 95% betrouwbaarheidsinterval van 0,02% - 5,29% in de intention-to-treat-groep (gebruikster en methode falen).

Au cours d'une étude menée sur deux cycles, en considérant qu'une ovulation a eu lieu lorsqu'un taux de progestérone supérieur à 16 nmol/l a été retrouvé pendant 5 jours consécutifs, la fréquence de l'ovulation a été de 1 % (1/103) avec un intervalle de confiance à 95 % de 0,02 % - 5,29 % dans le groupe en intention de traiter (ITT) (en prenant en compte les erreurs des utilisatrices et les échecs de la méthode).
De ovulatie incidentie, bestudeerd in 2 cycli waar ovulatie gedefinieerd werd als progesteron spiegels hoger dan 16 nmol/L gedurende 5 opeenvolgende dagen, is 1 % (1/103) met een 95% confidentie interval van 0,02% -5,29% in de ITT (‘intention to treat’) groep (gebruikster + methode falen).

L’incidence d’ovulation étudiée au cours de 2 cycles, en utilisant une définition de l’ovulation comme étant des taux de progestérone supérieurs à 16 nmol/l pendant 5 jours consécutifs, était de 1 % (1/103) avec un intervalle de confiance à 95 % de 0,02 %-5,29 % dans le groupe ITT (échecs utilisatrices et méthode).
De incidentie van ovulatie, bestudeerd in 2 cycli, waarbij ovulatie gedefinieerd werd als een progesteronspiegel hoger dan 16 nmol/l gedurende 5 opeenvolgende dagen, bleek 1% (1/103) te zijn met een 95% betrouwbaarheidsinterval van 0,02-5,29% in de ITT-groep (gebruikster en methode gefaald).