De deskundige, dokter V. , kwam, na onderzoek, tot het besluit dat de eerste geïntimeerde " in aanmerking komt voor het plaatsen van een endoprothese volgens de criteria
, die nu gehanteerd worden" (zodat hij vanaf 1.5.2001 terugbetaling voor de endoprothese had
kunnen bekomen ten laste van de appellant), kon niet " begrijpen dat een endoprothese geplaa
tst op 18 juli 2000 geen aanleiding geeft tot terugbetaling en een plaatsing na
...[+++]1 mei 2001 - dus 10 maanden later - wel !" en was om die reden " de mening toegedaan dat (de eerste geïntimeerde) zich kan beroepen op een uitzonderlijke geneeskundige verstrekking en een zeldzame aandoening die zijn vitale functies aantast, zoals bedoeld in de RIZIV-regelgeving en dit met het oog op de behandeling van zijn abdominaal aneurysma op 18 juli 2000" .De deskundige, dokter V. , kwam, na onderzoek, tot het besluit dat de eerste geïntimeerde “in aanmerking komt voor het plaatsen van een endoprothese volgens de criteria
, die nu gehanteerd worden” (zodat hij vanaf 1.5.2001 terugbetaling voor de endoprothese had
kunnen bekomen ten laste van de appellant), kon niet “begrijpen dat een endoprothese geplaa
tst op 18 juli 2000 geen aanleiding geeft tot terugbetaling en een plaatsing na 1 m
...[+++]ei 2001 – dus 10 maanden later – wel !” en was om die reden “de mening toegedaan dat (de eerste geïntimeerde) zich kan beroepen op een uitzonderlijke geneeskundige verstrekking en een zeldzame aandoening die zijn vitale functies aantast, zoals bedoeld in de RIZIV-regelgeving en dit met het oog op de behandeling van zijn abdominaal aneurysma op 18 juli 2000”.