Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "thrombo-embolies veineuses après " (Frans → Nederlands) :

Evénements thrombo-emboliques artériels et veineux Chez les patients atteints de myélome multiple, l’utilisation concomitante du lénalidomide et de la dexaméthasone est associée à un risque accru de thrombo-embolie veineuse (essentiellement thrombose veineuse profonde et embolie pulmonaire) et de thrombo-embolie artérielle

Veneuze en arteriële trombo-embolische voorvallen Bij patiënten met multipel myeloom wordt de combinatie van lenalidomide en dexamethason geassocieerd met een verhoogd risico op veneuze trombo-embolische voorvallen (voornamelijk diepveneuze trombose en longembolie) en arteriële trombo-embolische voorvallen (voornamelijk myocardinfarct en cerebrovasculair accident (zie rubrieken 4.5 en 4.8).


Évènements thrombo-emboliques veineux et artériels Le risque de thrombo-embolie veineuse (tels que thrombose veineuse profonde, embolie pulmonaire) et de thrombo-embolie artérielle (tels qu’infarctus du myocarde, accident vasculaire cérébral) est majoré chez les patients traités par thalidomide (voir rubrique 4.8).

Veneuze en arteriële trombo-embolische voorvallen Patiënten die met thalidomide worden behandeld hebben een verhoogd risico van veneuze tromboembolie zoals diepveneuze trombose en longembolie) en arteriële trombo-embolie (zoals myocardinfarct en cerebrovasculair voorval) (zie rubriek 4.8).


Évènements thrombo-emboliques veineux et artériels Un risque accru de thrombo-embolie veineuse (tels que thrombose veineuse profonde, embolie pulmonaire) et de thrombo-embolie artérielle (tels qu’infarctus du myocarde, accident vasculaire cérébral) a été décrit chez les patients recevant du thalidomide (voir rubrique 4.4).

Veneuze en arteriële trombo-embolische voorvallen Er is een verhoogd risico van veneuze trombo-embolie (zoals diep-veneuze trombose en longembolie) en arteriële trombo-embolie (zoals myocardinfarct en cerebrovasculair voorval) gerapporteerd bij patiënten die met thalidomide behandeld werden (zie rubriek 4.4).


Traitement et prévention secondaire des thrombo-embolies veineuses profondes Comme mentionné dans les Folia de février 2004, les héparines de bas poids moléculaire ou l’héparine non fractionnée, suivies par les anticoagulants oraux coumariniques restent la référence dans le traitement et la prévention secondaire d’une thrombo-embolie veineuse profonde.

Behandeling en secundaire preventie van diepe veneuze trombose Zoals vermeld in de Folia van februari 2004 blijven de heparines met laag moleculair gewicht of niet-gefractionneerde heparine, gevolgd door coumarineanticoagulantia, de eerste keuze voor de behandeling en secundaire preventie van diepe veneuze trombose.


incidence accrue de thrombo-embolies veineuses (Number Needed to Harm ou NNH 156, c.-à-d. que sur 156 femmes traitées par le raloxifène pendant cinq ans, un cas supplémentaire de thrombo-embolie veineuse est survenu par rapport au placebo), accidents vasculaires cérébraux à issue fatale (NNH 250), bouffées de chaleur, crampes aux chevilles et oedème périphérique.

een hogere incidentie van veneuze trombo-embolieën (Number Needed to Harmof NNH 156, d.w.z. dat per 156 vrouwen behandeld met raloxifen gedurende 5 jaar, er 1 geval van veneuze trombo-embolie meer optrad dan onder placebo), fatale cerebrovasculaire accidenten (NNH 250), warmte-opwellingen, kuitkrampen en perifeer oedeem.


- En ce qui concerne le fondaparinux sodique, des études randomisées chez des patients ayant subi une intervention orthopédique majeure ont montré, par rapport à l’énoxaparine, une diminution du nombre de thrombo-embolies veineuses asymptomatiques, mais pas du nombre de thrombo-embolies veineuses symptomatiques, sans différence significative quant à l’incidence d’hémorragies majeures.

- Met natriumfondaparinux werd in gerandomiseerde studies bij patiënten die een majeure orthopedische ingreep hadden ondergaan, vergeleken met enoxaparine, een vermindering van het aantal asymptomatische veneuze tromboembolieën gezien, maar niet van het aantal symptomatische veneuze tromboembolieën, zonder significant verschil in de incidentie van majeure bloedingen.


Événements thrombo-emboliques Des patients recevant le pomalidomide en association avec la dexaméthasone ont développé des thrombo-embolies veineuses (essentiellement thrombose veineuse profonde et embolie pulmonaire) et artérielles.

Trombo-embolische voorvallen Patiënten die pomalidomide in combinatie met dexamethason kregen, hebben veneuze tromboembolische voorvallen ontwikkeld (vooral diepe veneuze trombose en longembolie) en arteriële trombotische voorvallen.


Chez les patients présentant un syndrome myélodysplasique, le traitement par le lénalidomide en monothérapie est également associé à un risque de thrombo-embolie veineuse (essentiellement thrombose veineuse profonde et embolie pulmonaire), mais le risque est plus faible que chez les patients atteints d’un myélome multiple (voir rubriques 4.5 et 4.8).

Bij patiënten met een myelodysplastisch syndroom werd behandeling met lenalidomide als monotherapie ook geassocieerd met een risico op veneuze trombo-embolische voorvallen (voornamelijk diep-veneuze trombose en longembolie), maar in mindere mate dan bij patiënten met multipel myeloom – zie rubrieken 4.5 en 4.8.


Thrombo-embolie veineuse Le risque de thrombose veineuse profonde (TVP) et d’embolie pulmonaire (EP) est majoré chez les patients atteints d’un myélome multiple traités par le lénalidomide en association avec la dexaméthasone, et, dans une moindre mesure, chez les patients présentant des syndromes myélodysplasiques traités par le lénalidomide en monothérapie (voir rubrique 4.5).

Veneuze trombo-embolie Een verhoogd risico op DVT en PE wordt geassocieerd met het gebruik van lenalidomide met dexamethason bij patiënten met multipel myeloom en in mindere mate bij patiënten met een myelodysplastisch syndroom die worden behandeld met lenalidomide als monotherapie (zie rubriek 4.5).


Thrombo-embolie veineuse L’association du lénalidomide et de la dexaméthasone est associée à un risque accru de thrombose veineuse profonde (TVP) et d’embolie pulmonaire (EP) chez les patients atteints de myélome multiple (voir rubrique 4.5).

Veneuze trombo-embolie De combinatie van lenalidomide en dexamethason is bij patiënten met multipel myeloom geassocieerd met een verhoogd risico op diepe veneuze trombose (DVT) en longembolie (pulmonale embolie, PE) (zie rubriek 4.5).




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

thrombo-embolies veineuses après ->

Date index: 2022-11-09
w