Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «thrombocytopénie étaient plus » (Français → Néerlandais) :

Dans les études cliniques, l’incidence et la sévérité de la thrombocytopénie étaient plus élevées chez les patients asiatiques (voir rubrique 4.8).

In klinische onderzoeken waren de incidentie en ernst van de trombocytopenie hoger bij Aziatische patiënten (zie rubriek 4.8).


Dans les études cliniques, l’incidence et la sévérité de la thrombocytopénie étaient plus élevées chez les patients asiatiques.

In klinische onderzoeken waren de incidentie en ernst van trombocytopenie hoger bij Aziatische patiënten.


Utilisation en gériatrie : Dans les études impliquant un traitement combiné par carboplatine et cyclophosphamide, les patients âgés traités par carboplatine étaient plus susceptibles de développer une thrombocytopénie sévère que les patients plus jeunes.

Geriatrisch gebruik: In studies met een combinatietherapie met carboplatine en cyclofosfamide ontwikkelden oudere patiënten die werden behandeld met carboplatine vaker trombocytopenie dan jongere patiënten.


Neutropénie, thrombocytopénie, et anémie étaient les événements hématologiques les plus fréquemment rapportés avec l'association Caelyx + bortézomib et avec le bortézomib en monothérapie.

Neutropenie, trombocytopenie en anemie waren de meest frequent gemelde hematologische bijwerkingen met zowel de combinatietherapie van Caelyx plus bortezomib als met bortezomib monotherapie.


les réactions indésirables de grade 3 ou 4 selon les critères Common Terminology Criteria for Adverse Events du National Cancer Institute (NCI-CTCAE) les plus fréquentes (> 2 %) étaient : thrombocytopénie, fatigue, augmentation des transaminases, anémie, hypokaliémie, douleurs musculosquelettiques et neutropénie.

de meest voorkomende graad 3 of 4 bijwerkingen volgens de Common Terminology Criteria for Adverse Events van het National Cancer Institute (NCI-CTCAE) (> 2%) trombocytopenie, vermoeidheid, verhoogde transaminasespiegels, anemie, hypokaliëmie, musculoskeletale pijn en neutropenie.


Les effets indésirables les plus fréquemment rapportés (> 10 %) avec le cisplatine étaient des effets hématologiques (leucopénie, thrombocytopénie et anémie), gastro-intestinaux (anorexie, nausées, vomissements et diarrhée), auditifs (altération de l’audition), rénaux (insuffisance rénale, néphrotoxicité, hyperuricémie) et une fièvre.

De meest frequent gerapporteerde bijwerkingen (> 10%) van cisplatine waren hematologische stoornissen (leukopenie, thrombocytopenie en anemie), gastro-intestinale stoornissen (anorexie, misselijkheid, braken en diarree), hypacusis (gehoorstoornissen), nierstoornissen (nierinsufficiëntie, nefrotoxiciteit, hyperuricemie) en koorts.


En pédiatrie, chez les enfants atteints de LMC, les toxicités les plus fréquemment observées étaient des cytopénies de grade 3 ou 4 incluant des neutropénies, des thrombocytopénies et des anémies.

Ze kunnen echter in zeldzame gevallen leiden tot een permanent stoppen van de behandeling. De meest frequent gerapporteerde toxiciteiten bij kinderen met CML waren graad 3 of 4 cytopenieën waaronder neutropenie, trombocytopenie en anemie.


Les événements indésirables du cisplatine les plus fréquemment rapportés (> 10%) étaient de nature hématologique (leucopénie, thrombocytopénie et anémie), gastrointestinale (anorexie, nausées, vomissements et diarrhées), des troubles auditifs (perte de l’audition), des affections rénales (insuffisance rénale, néphrotoxicité, hyperuricémie) et de la fièvre.

De meest frequent gemelde bijwerkingen (> 10%) van cisplatine zijn: hematologisch (leukopenie, trombocytopenie en anemie), maag- darmaandoeningen (anorexia, misselijkheid, braken, diarree), ooraandoeningen (gehoorstoornis), nieraandoeningen (nierfalen, nefrotoxiciteit, hyperuricemie) en koorts.


Les événements indésirables les plus fréquemment rapportés (survenus pendant le traitement et imputés à celui-ci) sous l’association Caelyx + bortézomib étaient les suivants : nausées (40 %), diarrhée (35 %), neutropénie (33 %), thrombocytopénie (29 %), vomissements (28 %), fatigue (27 %) et constipation (22 %).

De meest voorkomende (geneesmiddelgerelateerde, uit de behandeling voortkomende) bijwerkingen tijdens de combinatietherapie (Caelyx + bortezomib) waren misselijkheid (40 %), diarree (35 %), neutropenie (33 %), trombocytopenie (29 %), braken (28 %), vermoeidheid (27 %) en constipatie (22 %).


En pédiatrie, chez les enfants atteints de LMC, les toxicités les plus fréquemment observées étaient des cytopénies de grade 3 ou 4 incluant des neutropénies, des thrombocytopénies et des anémies.

Ze kunnen echter in zeldzame gevallen leiden tot een permanent stoppen van de behandeling. De meest frequent gerapporteerde toxiciteiten bij kinderen met CML waren graad 3 of 4 cytopenieën waaronder neutropenie, trombocytopenie en anemie.


w