Les 28 patients (100%) traités après arrêt du TFHT et les 32 patients (100%) traités après administration de Thyrogen ne présentaient pas de captation visible de l’iode radioactif dans le lit thyroïdien ou, si elle était visible, une captation < 0,1% de l’activité de l’iode radioactif administré.
Alle 28 patiënten (100%) die na de verwijdering geen THST ontvingen en alle 32 patiënten (100%) die met Thyrogen werden behandeld, vertoonden ofwel geen zichtbare opname van radioactief jood op de plaats waar de schildklier zich bevond of, indien wel zichtbaar, een opname van < 0,1% van de activiteit van het toegediende radioactief jood op de plaats waar de schildklier zich bevond.