(1) Art. 5 Le médecin doit soigner avec la même conscience tous ses malades, quels que soient leur situation sociale, leur nationalité, leurs convictions, leur réputation et les sentiments q
u'il éprouve à leur égard (2) Art. 31 Librement choisi par le patient ou imposé à celui-ci en vertu d'une loi, d'un règlement administratif ou des circonstances, le médecin agit toujours avec correction et compréhension; il s'abstie
nt, sauf incidences thérapeutiques formelles, de toute intrusion dans les affaires de famille; il s'interdit de heur
...[+++]ter les convictions philosophiques, religieuses ou politiques (3) Art. 32 Librement choisi ou non, le médecin ne prendra que des décisions dictées par sa science et sa conscience.
(1) Art. 5 De geneesheer moet al zijn zieken even gewetensvol verzorgen, ongeacht hun sociale stand, hun nationaliteit, hun overtuiging, hun faam en zijn persoonlijke gevoelens jegens hen (2) Art. 31 De geneesheer, of hij nu vrij door de patiënt werd gekozen of aan de patiënt door .bepaalde omstandigheden werd opgelegd, moet altijd correct zijn en begrip tonen, .; hij zal er op bedacht zijn geen filosofische, godsdienstige of politieke overtuiging te kwetsen (3) Art. 32 De al dan niet vrij gekozen geneesheer zal enkel op gewetensvolle wijze en op wetenschappelijke gronden beslissingen nemen.