Suivant la gravité, une thérapeutique par glycosides peut être contre-indiquée ou exiger des mesures thérapeutiques supplémentaires lors de perturbations de la conduction auriculo-ventriculaire (bloc AV 2 et 3 degré).
Afhankelijk van de ernst kan een glycosidenbehandeling gecontra-indiceerd zijn of aanvullende therapeutische maatregelen vereisen bij stoornissen van de auriculoventriculaire prikkelgeleiding (tweede- en derdegraads AV-blok).