vision et audition de phénomènes qui n’existent pas (hallucinations), comportements ou pensées hyperactifs (manie), impression d'être séparé de soi (dépersonnalisation), accès de panique (tous les symptômes mentionnés jusqu’ici peuvent être dus à la maladie sousjacente)
zien en horen van zaken die er niet zijn (hallucinaties), overactief gedrag of denken (manie), gevoel van onverbondenheid met zichzelf (depersonalisatie), paniekaanvallen (al deze symptomen kunnen ook te wijten zijn aan de onderliggende aandoening)