Lorsqu’un patient parkinsonien traité par un dopaminergique doit recevoir un traitement neuroleptique, le dopaminergique doit être diminué progressivement jusqu’à l’arrêt complet (l’arrêt brutal du dopaminergique expose le patient au «syndrome malin des neuroleptiques»).
Indien het noodzakelijk is aan patiënten met de ziekte van Parkinson, die reeds een dopaminerg middel toegediend krijgen ook een neurolepticum te geven, moet de behandeling met het dopaminerge middel geleidelijk aan afgebouwd worden tot volledige stopzetting van die medicatie (bruusk stopzetten van een dopaminerg geneesmiddel houdt voor de patiënt het risico op het “maligne neurolepticasyndroom” in).