Traduction de «traitement par β-bloquant » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Alpha-bloquants
alfa-adrenerge receptorblokkerende middelen

Myorelaxants (muscles striés) [bloquants neuro-musculaires]
skeletspierrelaxantia [stoffen die neuromusculaire overgang blokkeren]

Agents bloquants neuronaux adrénergiques et d'action centrale
centraal werkende en adrenerge neuronblokkerende middelen

Bêta-bloquants
bèta-adrenerge receptorblokkerende middelen

mort ou un handicap sérieux (kernictère) associés avec à l'absence de dépistage et de traitement de l'hyperbilirubinémie chez les nouveau-nés
dood of ernstige invaliditeit (kernicterus) geassocieerd met falen van identificeren en behandelen van hyperbilirubinemia bij pasgeborenen

bêta-bloquant | médicament utilisé dans le traitement de l'hypertension
beta-blokkeerder | geneesmiddel dat de bloeddruk regelt

non-observance du traitement médicamenteux
therapieontrouw aan medicatie

plaque de mise à la terre pour système de traitement des hémorroïdes
aardingsplaat voor behandelsysteem voor hemorroïden

contrat pour l'adhésion au traitement
contract aangaan met patiënt voor therapietrouw

table d’examen/de traitement sur secteur
aangedreven onderzoekstafel en/of behandeltafel op netvoeding

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Le positionnement de l’ivabradine est dès lors le suivant: l’ivabradine ne remplace pas les traitements standards bien éprouvés de l’angor stable (β-bloquants, antagonistes du calcium) et de l’insuffisance cardiaque (β-bloquants, IECA, antagonistes de l’aldostérone), mais peut être utile chez les patients qui gardent une fréquence cardiaque ≥ 75 battements/minute malgré un traitement standard optimalisé ou qui sont intolérants aux β-bloquants.
De plaatsbepaling van ivabradine is dus als volgt: ivabradine neemt niet de plaats in van de standaardbehandelingen met bewezen gunstig effect bij stabiele angor (β-blokkers, calciumantagonisten) en hartfalen (β-blokkers, ACE-inhibitoren, aldosteronantagonisten), maar kan nuttig zijn bij patiënten met een hartfrequentie ≥ 75 slagen/minuut ondanks optimale standaardbehandeling, of bij patiënten die β-blokkers niet verdragen.

52 H02AB GLUCOCORTICOIDES 0,5% 6 0,0% 14 0,7% 33 53 D05AX AUTRES ANTIPSORIASIQUES A USAGE LOCAL 0,5% 6 0,1% 1 0,1% 106 54 L02BB ANTI-ANDROGENES 0,5% 5 0,1% 2 0,1% 103 55 N04BA DOPA ET SES DERIVES 0,5% 5 0,0% 3 0,2% 78 56 S01EE ANALOGUES DE LA PROSTAGLANDINE 0,5% 5 0,0% 7 0,4% 55 57 R03AC BETA 2 SYMPATHOMIMETIQUES SELECTIFS 0,5% 5 0,0% 13 0,7% 37 58 H01AC SOMATROPINE ET AGONISTES DE LA SOMATROPINE 0,5% 5 0,0% 0 0,0% 155 59 C07AG ALPHA- ET BETA-BLOQUANTS 0,5% 5 0,1% 8 0,5% 45 60 C08DB DERIVES DE LA BENZOTHIAZEPINE 0,4% 5 0,0% 9 0,5% 42 61 J05AR ANTIVIRAUX POUR LE TRAITEMENT DES INFECTIONS A VIH, ASSOCIAT 0,4% 5 0,0% 0 0,0% 154 62 A10BX AUTRES HYPOGLYCEMIANTS A L'EXCEPTION DES INSULINES 0,4% 4 0,0% 5 0,3% 63 63 C07AA BETA-BLOQUANTS NON SELECTIFS 0,4% 4 0,0% 15 0,8% 30 64 N04BC AGONISTES DE LA DOPAMINE 0,4% 4 0,0% 1 0,1% 115 65 C10BA INHIB. DE LA HMG-CoA REDUCTASE (STATINES) ET AUTRES HYPOLIPID 0,4% 4 0,0% 2 0,1% 95 66 A10AB INSULINES ET ANALOGUES INJECTABLES A ACTION RAPIDE 0,4% 4 0,0% 4 0,2% 67 67 C09BB IECA ET ANTAGONISTES DU CALCIUM 0,4% 4 0,0% 6 0,3% 59 68 C07BB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS ET THIAZIDES 0,4% 4 0,0% 16 0,9% 27 69 S01ED BETA-BLOQUANTS 0,4% 4 0,0% 9 0,5% 44 70 D01BA ANTIMYCOSIQUES A USAGE SYSTEMIQUE 0,4% 4 0,1% 3 0,2% 75 71 G03DA DERIVES DU PREGNENE(4) 0,4% 4 0,1% 8 0,4% 52 72 A02BA ANTIHISTAMINIQUES H2 0,3% 4 0,0% 13 0,7% 35 73 H01CB SOMATOSTATINE ET ANALOGUES 0,3% 4 0,0% 0 0,0% 190 74 M04AA INHIBITEURS DE LA PRODUCTION D'ACIDE URIQUE 0,3% 4 0,0% 17 0,9% 26 75 N03AG DERIVES DES ACIDES GRAS 0,3% 4 0,0% 4 0,2% 71 76 C03CA SULFAMIDES 0,3% 4 0,0% 19 1,1% 23 77 J05AE INHIBITEURS DE LA PROTEASE 0,3% 3 0,0% 0 0,0% 156 78 M05BB BIPHOSPHONATES, ASSOCIATIONS 0,3% 3 0,0% 4 0,2% 70 79 C03DA ANTAGONISTES DE L'ALDOSTERONE 0,3% 3 0,0% 8 0,4% 50 80 J05AF INHIB.
52 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 0,5% 6 0,0% 14 0,7% 33 53 D05AX OVERIGE LOKALE PSORIASISMIDDELEN 0,5% 6 0,1% 1 0,1% 106 54 L02BB ANTI-ANDROGENEN 0,5% 5 0,1% 2 0,1% 103 55 N04BA DOPA EN -DERIVATEN 0,5% 5 0,0% 3 0,2% 78 56 S01EE PROSTAGLANDINEANALOGEN 0,5% 5 0,0% 7 0,4% 55 57 R03AC SELECTIEVE BETA-2-SYMPATHICOMIMETICA 0,5% 5 0,0% 13 0,7% 37 58 H01AC SOMATROPINE EN SOMATROPINEAGONISTEN 0,5% 5 0,0% 0 0,0% 155 59 C07AG ALFA- EN BETA-BLOKKERS 0,5% 5 0,1% 8 0,5% 45 60 C08DB BENZOTHIAZEPINEDERIVATEN 0,4% 5 0,0% 9 0,5% 42 61 J05AR ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR THERAPIE VAN HIV-INFECTIES, COMBIN 0,4% 5 0,0% 0 0,0% 154 62 A10BX OVERIGE HYPOGLYKEMIERENDE MIDDELEN MET UITZONDERING VAN 0,4% 4 0,0% 5 0,3% 63 63 C07AA BETA-BLOKKERS, NIET-SELECTIEVE 0,4% 4 0,0% 15 0,8% 30 64 N04BC DOPAMINE-AGONISTEN 0,4% 4 0,0% 1 0,1% 115 65 C10BA HMG CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) MET ANDERE HYPOLIPEM 0,4% 4 0,0% 2 0,1% 95 66 A10AB INSPUITBARE INSULINES EN ANALOGEN, SNELWERKEND 0,4% 4 0,0% 4 0,2% 67 67 C09BB ACE-REMMERS MET CALCIUMANTAGONISTEN 0,4% 4 0,0% 6 0,3% 59 68 C07BB SELECTIEVE BETA-BLOKKERS MET THIAZIDEN 0,4% 4 0,0% 16 0,9% 27 69 S01ED BETA-BLOKKERS 0,4% 4 0,0% 9 0,5% 44 70 D01BA ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK 0,4% 4 0,1% 3 0,2% 75 71 G03DA PREGN-4-EEN DERIVATEN 0,4% 4 0,1% 8 0,4% 52 72 A02BA H2-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN 0,3% 4 0,0% 13 0,7% 35 73 H01CB SOMATOSTATINE EN ANALOGEN 0,3% 4 0,0% 0 0,0% 190 74 M04AA MIDDELEN MET REMMENDE WERKING OP DE URINEZUURPRODUKTIE 0,3% 4 0,0% 17 0,9% 26 75 N03AG VETZUURDERIVATEN 0,3% 4 0,0% 4 0,2% 71 76 C03CA SULFONAMIDEN 0,3% 4 0,0% 19 1,1% 23 77 J05AE PROTEASEREMMERS 0,3% 3 0,0% 0 0,0% 156 78 M05BB BISFOSFONATEN, COMBINATIEPREPARATEN 0,3% 3 0,0% 4 0,2% 70 79 C03DA ALDOSTERONANTAGONISTEN 0,3% 3 0,0% 8 0,4% 50 80 J05AF NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE TRANSCRIPTASEREMMERS 0,3% 3 0,0% 0 0,0% 174 81 J07BM PAPILLOMAVIRUSVACCINS 0,3% 3 0,0% 0 0,0% 208 82 N04BD MAO-REMMERS TYPE B 0,3% 3 0,0% 1 0,0% 124 83 A07EC MESALAZINE EN VERWANTE VERBINDINGEN 0,3% 3 0,0% 4 0,2 ...

A ACTION INTERMED. AVEC DEBUT D'ACTION RAPIDE 0,8% 21.876 21.585 0,5% 46 46 39 28 M01AC OXICAMS 0,7% 21.239 37.443 0,9% 29 27 40 41 R01AD CORTICOSTEROIDES 0,7% 20.773 45.609 1,1% 20 21 41 43 L01XE INHIBITEURS DE LA PROTEINE KINASE 0,7% 20.364 182 0,0% 214 213 42 40 H02AB GLUCOCORTICOIDES 0,7% 20.051 46.254 1,2% 19 18 43 38 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 0,7% 19.506 6.177 0,2% 92 95 44 44 C09BA IECA ET DIURETIQUES 0,7% 18.672 32.330 0,8% 32 35 45 * M05BB BIPHOSPHONATES, ASSOCIATIONS 0,6% 17.931 16.001 0,4% 55 * 46 42 A10BB DERIVES DE LA SULFONYLUREE 0,6% 17.717 40.262 1,0% 25 20 47 47 A10AB INSULINES ET ANALOGUES INJECTABLES A ACTION RAPIDE 0,6% 17.022 16.211 0,4% 54 56 48 51 H01AC SOMATROPINE ET AGONISTES DE LA SOMATROPINE 0,6% 16.956 879 0,0% 157 160 49 48 H01CB ANTAGONISTE DE L'HORMONE DE CROISSANCE 0,6% 16.756 443 0,0% 184 187 50 50 J05AF INHIB. NUCLEOSIDIQUES ET NUCLEOTIDIQUES DE LA TRANSCRIPTASE REVERSE 0,6% 16.504 1.601 0,0% 132 132 51 45 J07BB VACCINS ANTI-INFLUENZA 0,6% 16.173 1.515 0,0% 137 135 52 49 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 0,6% 15.750 44.024 1,1% 21 19 53 53 A10AE INSULINES ET ANALOGUES INJECTABLES A ACTION LONGUE 0,6% 15.676 9.143 0,2% 72 78 54 52 R06AX AUTRES ANTIHISTAMINIQUES A USAGE SYSTEMIQUE 0,5% 15.187 28.396 0,7% 38 38 55 5 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 0,5% 14.991 2.178 0,1% 124 97 56 * J07BH VACCINS DE LA DIARHHEE A ROTAVIRUS 0,5% 14.409 187 0,0% 213 * 57 35 A02BA ANTIHISTAMINIQUES H2 0,5% 14.322 51.111 1,3% 15 15 58 54 R05CB MUCOLYTIQUES 0,5% 14.245 43.717 1,1% 23 25 59 56 C07BB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS ET THIAZIDES 0,4% 12.632 43.991 1,1% 22 24 60 63 J05AR ANTIVIRAUX POUR LE TRAITEMENT DES INFECTIONS A VIH, ASSOCIATIONS 0,4% 12.378 803 0,0% 164 167 61 62 S01EE ANALOGUES DE LA PROSTAGLANDINE 0,4% 12.110 15.845 0,4% 56 57 62 65 N04BA DOPA ET SES DERIVES 0,4% 11.930 8.076 0,2% 79 79 63 60 N04BC AGONISTES DE LA DOPAMINE 0,4% 11.845 3.490 0,1% 112 113 64 58 C08DB DERIVES DE LA BENZOTHIAZEPINE 0,4% 11.701 20.878 0,5% 47 45 65 ...
0,4% 12.378 803 0,0% 164 167 61 62 S01EE PROSTAGLANDINEANALOGEN 0,4% 12.110 15.845 0,4% 56 57 62 65 N04BA DOPA EN -DERIVATEN 0,4% 11.930 8.076 0,2% 79 79 63 60 N04BC DOPAMINE-AGONISTEN 0,4% 11.845 3.490 0,1% 112 113 64 58 C08DB BENZOTHIAZEPINEDERIVATEN 0,4% 11.701 20.878 0,5% 47 45 65 57 R03AC SELECTIEVE BETA-2-SYMPATHICOMIMETICA 0,4% 11.586 22.810 0,6% 41 40 66 61 N03AG VETZUURDERIVATEN 0,4% 11.509 11.078 0,3% 67 68 67 59 S01ED BETA-BLOKKERS 0,4% 11.313 25.349 0,6% 39 36 68 87 J05AE PROTEASE-INHIBITOREN 0,4% 10.949 845 0,0% 161 174 69 81 C10AX OVERIGE HYPOLIPEMIERENDE MIDDELEN 0,4% 10.368 7.333 0,2% 84 98 70 66 C03DA ALDOSTERONANTAGONISTEN 0,4% 10.354 19.379 0,5% 50 49 71 69 A10BA BIGUANIDEN 0,4% 10.302 60.534 1,5% 14 14 72 67 C07AG ALFA- EN BETA-BLOKKERS 0,3% 9.925 14.617 0,4% 59 58 73 68 C01BC ANTI-ARITMICA (KLASSE IC) 0,3% 9.886 12.352 0,3% 63 62 74 71 C03CA SULFONAMIDEN 0,3% 9.812 63.787 1,6% 13 12 75 64 J01DC CEFALOSPORINES VAN DE TWEEDE GENERATIE 0,3% 9.642 8.545 0,2% 77 69 76 74 C07AA BETA-BLOKKERS, NIET-SELECTIEVE 0,3% 9.214 38.492 1,0% 27 30 77 76 C10AB FIBRATEN 0,3% 9.113 33.812 0,9% 30 31 78 77 N07CA ANTIVERTIGO PREPARATEN 0,3% 8.887 30.199 0,8% 35 34 79 72 C03EA " LOW-CEILING" DIURETICA MET KALIUMSPARENDE MIDDELEN 0,3% 8.857 49.501 1,2% 16 16 80 78 A07EC MESALAZINE EN VERWANTE VERBINDINGEN 0,3% 8.812 9.062 0,2% 74 71 81 79 C02AC IMIDAZOLINE-RECEPTORAGONISTEN 0,3% 8.246 21.982 0,6% 44 47 82 75 D01BA ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK 0,3% 8.231 6.238 0,2% 91 88 83 70 C01DA ORGANISCHE NITRATEN 0,3% 8.213 19.980 0,5% 49 44 84 88 L03AX OVERIGE IMMUNOSTIMULANTIA 0,3% 8.199 306 0,0% 196 197 85 82 A10BX OVERIGE HYPOGLYKEMIERENDE MIDDELEN MET UITZONDERING VAN INSULINES 0,3% 8.160 11.776 0,3% 65 67 86 73 N05AL BENZAMIDEN 0,3% 7.739 3.502 0,1% 110 112 87 83 J01AA TETRACYCLINES 0,3% 7.683 7.571 0,2% 82 84 88 80 L02BB ANTI-ANDROGENEN 0,3% 7.571 1.579 0,0% 133 130 89 86 H03AA SCHILDKLIERHORMONEN 0,3% 7.335 80.074 2,0% 10 11 90 * A10BG THIAZOLIDINEDIONEN ...

POUR AFFECTIONS RESP 1,3% 522 0,4% 373 0,5% 35 18 C09DB ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET ANTAGONISTES DU CALCIUM 1,2% 454 3,7% 426 0,5% 32 19 C09BA IECA ET DIURETIQUES 1,1% 423 2,3% 1.065 1,3% 14 20 C08DB DERIVES DE LA BENZOTHIAZEPINE 1,0% 388 4,1% 838 1,0% 15 21 C03CA SULFAMIDES 0,9% 367 2,7% 1.955 2,4% 9 22 C01BD ANTIARYTHMIQUES DE CLASSE III 0,8% 323 7,1% 1.237 1,5% 12 23 C07AG ALPHA- ET BETA-BLOQUANTS 0,8% 320 3,8% 524 0,6% 29 24 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE LA SEROTONINE 0,8% 313 0,4% 532 0,6% 28 25 C07AA BETA-BLOQUANTS NON SELECTIFS 0,8% 298 2,9% 1.321 1,6% 11 26 J05AR ANTIVIRAUX POUR LE TRAITEMENT DES INFECTIONS A VIH, ASSOCIAT 0,7% 287 0,8% 14 0,0% 101 27 C03DA ANTAGONISTES DE L'ALDOSTERONE 0,6% 228 2,5% 382 0,5% 34 28 B01AA ANTAGONISTES DE LA VITAMINE K 0,6% 221 3,2% 807 1,0% 18 29 C01DA NITRATES ORGANIQUES 0,6% 221 3,6% 592 0,7% 24 30 R03BB ANTICHOLINERGIQUES 0,5% 212 0,5% 141 0,2% 45 31 C07BB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS ET THIAZIDES 0,5% 198 1,5% 822 1,0% 17 32 C09XA INHIBITEURS DE LA RENINE 0,5% 176 4,5% 276 0,3% 38 33 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 0,4% 175 0,2% 212 0,3% 40 34 C10AB FIBRATES 0,4% 167 1,8% 576 0,7% 25 35 A10BA BIGUANIDES 0,4% 160 0,9% 750 0,9% 20 36 C02AC AGONISTES DES RECEPTEURS DE L'IMIDAZOLINE 0,4% 157 2,1% 484 0,6% 31 37 J05AE INHIBITEURS DE LA PROTEASE 0,4% 149 0,9% 11 0,0% 110 38 C03EA DIURETIQUES ACTIFS SUR LE TUBE DISTAL ET DIURET. D'EPARGNE POT 0,4% 147 1,8% 825 1,0% 16 39 N03AX AUTRES ANTIEPILEPTIQUES 0,4% 145 0,3% 52 0,1% 69 40 C01EB AUTRES MEDICAMENTS CARDIAQUES 0,3% 122 15,2% 70 0,1% 64 41 M04AA INHIBITEURS DE LA PRODUCTION D'ACIDE URIQUE 0,3% 122 1,5% 539 0,7% 27 TOTAL 90,2% 35.161 - 75.962 91,9% -
VOOR OBSTRUCT. LUCH 1,3% 522 0,4% 373 0,5% 35 18 C09DB ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN MET CALCIUMANTAGONISTEN 1,2% 454 3,7% 426 0,5% 32 19 C09BA ACE-REMMERS MET DIURETICA 1,1% 423 2,3% 1.065 1,3% 14 20 C08DB BENZOTHIAZEPINEDERIVATEN 1,0% 388 4,1% 838 1,0% 15 21 C03CA SULFONAMIDEN 0,9% 367 2,7% 1.955 2,4% 9 22 C01BD ANTI-ARITMICA (KLASSE III) 0,8% 323 7,1% 1.237 1,5% 12 23 C07AG ALFA- EN BETA-BLOKKERS 0,8% 320 3,8% 524 0,6% 29 24 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE-HEROPNAMEREMMERS 0,8% 313 0,4% 532 0,6% 28 25 C07AA BETA-BLOKKERS, NIET-SELECTIEVE 0,8% 298 2,9% 1.321 1,6% 11 26 J05AR ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR THERAPIE VAN HIV-INFECTIES, COMBIN 0,7% 287 0,8% 14 0,0% 101 27 C03DA ALDOSTERONANTAGONISTEN 0,6% 228 2,5% 382 0,5% 34 28 B01AA VITAMINE K-ANTAGONISTEN 0,6% 221 3,2% 807 1,0% 18 29 C01DA ORGANISCHE NITRATEN 0,6% 221 3,6% 592 0,7% 24 30 R03BB PARASYMPATHICOLYTICA 0,5% 212 0,5% 141 0,2% 45 31 C07BB SELECTIEVE BETA-BLOKKERS MET THIAZIDEN 0,5% 198 1,5% 822 1,0% 17 32 C09XA RENINEREMMERS 0,5% 176 4,5% 276 0,3% 38 33 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 0,4% 175 0,2% 212 0,3% 40 34 C10AB FIBRATEN 0,4% 167 1,8% 576 0,7% 25 35 A10BA BIGUANIDEN 0,4% 160 0,9% 750 0,9% 20 36 C02AC IMIDAZOLINE-RECEPTORAGONISTEN 0,4% 157 2,1% 484 0,6% 31 37 J05AE PROTEASEREMMERS 0,4% 149 0,9% 11 0,0% 110 38 C03EA DIURETICA DIE WERKEN OP DE DISTALE TUBULUS MET KALIUMSPARE 0,4% 147 1,8% 825 1,0% 16 39 N03AX OVERIGE ANTI-EPILEPTICA 0,4% 145 0,3% 52 0,1% 69 40 C01EB OVERIGE CARDIACA 0,3% 122 15,2% 70 0,1% 64 41 M04AA MIDDELEN MET REMMENDE WERKING OP DE URINEZUURPRODUKTIE 0,3% 122 1,5% 539 0,7% 27 TOTAAL 90,2% 35.161 - 75.962 91,9% -

L’apparition d’une décompensation clinique ne justifie pas l’arrêt de la dose du β-bloquant; une diminution de la dose du β-bloquant ou son arrêt n’est indiquée que lorsque la décompensation ne répond pas au traitement classique.
Optreden van klinische decompensatie is geen reden om de β- blokker te stoppen; enkel als de decompensatie niet beantwoordt aan de klassieke behandeling, kan het aangewezen zijn de dosis van de β-blokker te verminderen of de behandeling te stoppen.

Bien que les β-bloquants qui ont des propriétés vasodilatatrices tels le carvédilol offrent des avantages théoriques dans le traitement de l' insuffisance cardiaque, les résultats des études CIBIS-II et MERIT-HF font apparaître que les β-bloquants cardiosélectifs sans action vasodilatatrice sont également bénéfiques dans l' insuffisance cardiaque.
Hoewel β-blokkers met vasodilaterende eigenschappen zoals carvedilol theoretische voordelen bieden voor de behandeling van hartfalen, tonen de resultaten van de CIBIS-II-studie en de MERIT-HF-studie dat cardioselectieve β-blokkers zonder vasodilaterende eigenschappen eveneens nuttig kunnen zijn bij hartfalen.

remplace donc pas les traitements standards bien éprouvés de l’angor stable (β-bloquants, antagonistes du calcium) et de l’insuffisance cardiaque (β-bloquants, IECA, antagonistes de l’aldostérone).
standaardbehandelingen met bewezen gunstig effect bij stabiele angor (β-blokkers, calciumantagonisten) en bij hartfalen (β-blokkers, ACE-inhibitoren, aldosteronantagonisten).

D’après les recommandations récentes du National Institute for Health and Clinical Excellence (NICE), l’ivabradine peut être envisagée chez les patients atteints d’une insuffisance cardiaque chronique stable (classe NYHA de II à IV; fraction d’éjection ≤ 35%) avec une fréquence cardiaque ≥ 75 battements/minute malgré un traitement standard optimalisé (β-bloquants, IECA, antagonistes de l’aldostérone) ou en cas de contre-indication ou d’intolérance aux β-bloquants.
Volgens de recente aanbevelingen van het National Institute for Health and Clinical Excellence (NICE) kan ivabradine overwogen worden bij patiënten met chronisch stabiel hartfalen (NYHA II tot IV; ejectiefractie ≤ 35 %) met hartfrequentie ≥ 75 slagen/minuut ondanks een optimale standaardbehandeling (β-blokkers, ACE-inhibitoren, aldosteronantagonisten) of wanneer β-blokkers gecontraindiceerd zijn of niet verdragen worden.

Plusieurs études cliniques à petite échelle avaient déjà montré qu' un traitement par β-bloquant pouvait être bénéfique dans l' insuffisance cardiaque [voir aussi Folia de mars 1997]; une méta-analyse de 18 études contrôlées par placebo a montré que les β-bloquants augmentent la fraction d' éjection de 29%, et diminuent le risque de mortalité de 32%.
In meerdere kleinschalige studies was reeds aangetoond dat een behandeling met een β-blokker nuttig kan zijn bij hartfalen [zie ook Folia maart 1997]; uit een meta-analyse van 18 placebo-gecontroleerde studies bleek dat β-blokkers de ejectiefractie verhogen met 29%, en het risico op mortaliteit verminderen met 32%.

C’est pourquoi les β-bloquants non-cardiosélectifs, comme le timolol, doivent être évités chez les patients atteints d’une affection pulmonaire chronique obstructive ou d’asthme; même avec les β-bloquants cardiosélectifs [le betaxolol est le seul β-bloquant cardiosélectif à usage ophtalmique], la prudence s’impose vu que la cardiosélectivité n’est pas absolue.
De niet-cardioselectieve β-blokkers, zoals timolol, zijn daarom te mijden bij patiënten met chronisch obstructief longlijden of astma; ook met de cardioselectieve β-blokkers [betaxolol is de enige cardioselectieve β-blokker gebruikt in het oog] is voorzichtigheid geboden gezien de cardioselectiviteit niet absoluut is.