Lorsqu’il est constaté qu’un titulaire reconnu incapable de travailler a repris une activité non autorisée, sa situation doit être régularisée, tant sur le plan médical que sur le plan administratif (pour autant qu’il s’agisse d’une activité qui tombe sous le champ d’application de l’art. 101, comme c’est expliqué sous le pt. 3).
Wanneer wordt vastgesteld dat een arbeidsongeschikt erkende gerechtigde een niet toegelaten activiteit heeft hervat, dient zijn situatie te worden geregulariseerd, zowel op medisch als op administratief vlak (inzoverre het gaat om een activiteit die valt onder het toepassingsgebied van art. 101, zoals wordt toegelicht onder p. 3).