Vertaling van "tumeurs de petite " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

tumeur maligne pulmonaire non à petites cellules
niet-kleincellige longkanker

tumeur maligne de la petite courbure gastrique
maligne neoplasma van kleine curve van maag

tumeur | tumeur
tumor | gezwel

pseudo-tumeur | qui présente les caractères cliniques d'une tumeur (mais n'est pas due à une prolifération de cellules)
pseudotumor | schijngezwel

Petit et léger pour l'âge gestationnel Petit pour l'âge gestationnel
small-for-dates | small-and-light-for-dates

Tumeur maligne affectant à la fois les canaux biliaires intra- et extra-hépatiques Tumeur maligne des voies biliaires dont le point de départ ne peut être classé à aucune des catégories C22.0-C24.1
maligne neoplasma van galwegen waarvan punt van oorsprong niet onder codereeks C22.0-C24.1 kan worden geklasseerd | maligne neoplasma van zowel intrahepatische als extrahepatische galwegen

Testicule:ectopique [siège de la tumeur] | retenu [siège de la tumeur] |
achtergebleven testis [als lokalisatie van maligne neoplasma] | ectopische testis [als lokalisatie van maligne neoplasma]

antitumoral (a) | qui combat une tumeur
antitumoraal | tegen gezwellen gericht

adénome | tumeur bénigne qui parasite une glande
adenoom | goedaardig klierweefselgezwel

carcinome | tumeur maligne
carcinoom | kankergezwel

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

En particulier pour la détection de tumeurs ainsi que pour l'établissement d'un diagnostic différentiel en cas de suspicion de méningiome, de neurinome (du nerf stato-acoustique), de tumeurs infiltrantes (p.ex. gliome) et de métastases; détection de tumeurs de petite taille et/ou iso-intenses; en cas de suspicion de récidives après intervention chirurgicale ou radiothérapie; visualisation et meilleure différenciation de néoplasies rares telles que hémangioblastomes, épendymomes et adénomes hypophysaires de petite taille; détermination plus précise de l'extension tumorale dans les tumeurs non cérébrales.
In het bijzonder voor het opsporen van tumoren, evenals voor verdere differentiaal diagnostische opheldering bij vermoeden van meningioom, neurinoom (van de acusticus), invasieve tumoren (b.v. glioom) en metastasen; opsporen van kleine en/of isointense tumoren; bij vermoeden van recidieven na operatieve of bestralingstherapie; visualisatie en betere differentiatie van zeldzame neoplasieën zoals hemangioblastomen, ependymomen en kleine hypofyseadenomen; exactere bepaling van tumoruitbreidingen van niet-cerebrale oorsprong.

En particulier pour la détection de tumeurs ainsi que pour l'établissement d'un diagnostic différentiel en cas de suspicion de méningiome, de neurinome (du nerf stato-acoustique), de tumeurs infiltrantes (p.ex. gliome) et de métastases; détection de tumeurs de petite taille et/ou isointenses; en cas de suspicion de récidives après intervention chirurgicale ou radiothérapie; visualisation et meilleure différenciation de néoplasies rares telles que hémangioblastomes, épendymomes et des adénomes hypophysaires de petite taille; détermination plus précise de l'extension tumorale dans les tumeurs non cérébrales.
In het bijzonder voor het opsporen van tumoren, evenals voor verdere differentiaal diagnostische opheldering bij vermoeden van meningioom, neurinoom (van de acusticus), invasieve tumoren (b.v. glioom) en metastasen; opsporen van kleine en/of isointense tumors; bij vermoeden van recidieven na operatieve of bestralingstherapie; visualisatie en betere differentiatie van zeldzame neoplasieën zoals hemangioblastomen, ependymomen, en kleine hypofyseadenomen; exactere bepaling van tumoruitbreidingen van niet-cerebrale oorsprong.

Les types de tumeur suivants étaient éligibles : Les tumeurs fibroblastiques (fibrosarcome de l'adulte, myxofibrosarcome, fibrosarcome épithélioïde sclérosant, tumeurs malignes fibreuses solitaires), les tumeurs dites fibrohistiocytaires (histiocytome fibreux malin pléomorphe [MFH], MFH à cellules géantes, MFH inflammatoire), les léiomyosarcomes, les tumeurs glomiques malignes, les tumeurs des muscles squelettiques (rhabodmyosarcome pléomorphique et alvéolaire), les tumeurs vasculaires (hémangioendothéliome épithélioïde, angiosarcome), les tumeurs de différentiation incertaine (synoviales, épithélioïdes, alvéolaires des parties molles, à cellules claires, à petites cellules rondes desmoplastiques, rhabdoïdes extra-rénales, mésenchymome malin, PEComes, sarcome intimal) à l'exception des chondrosarcomes et des tumeurs d'Ewing/tumeurs neuroectodermales primitives (PNET), les tumeurs malignes de la gaine des nerfs périphériques, les sarcomes des tissus mous indifférenciés sans autre précision (NOS) et les autres types de sarcome (non listés comme étant inéligibles).
De volgende tumorsoorten kwamen in aanmerking voor inclusie: fibroblastaire tumoren (fibrosarcoom van het volwassen type, myxofibrosarcoom, scleroserend epithelioïd fibrosarcoom, maligne solitaire fibreuze tumoren), zogenoemde fibrohistiocytaire tumoren (pleomorf maligne fibreus histiocytoom [MFH], reuscel-MFH, inflammatoir MFH), leiomyosarcoom, maligne glomustumoren, tumoren in de skeletspieren (pleomorf en alveolair rabdomyosarcoom), vasculaire tumoren (epithelioïd hemangio-endothelioom, angiosarcoom), tumoren met onzekere differentiatie (synoviaal, epithelioïd, alveolair wekedelensarcoom, heldercellig, desmoplastisch klein rondcellig, extrarenaal rabdoïd, maligne mesenchymoom, PECoom, intimasarcoom), uitgezonderd chondrosarcoom, Ewingtumoren/primitieve neuro-ectodermale tumoren (PNET), maligne perifere zenuwschachttumoren, niet-gedifferentieerde wekedelensarcomen niet anderszins gespecificeerd (NOS) en andere soorten sarcomen (niet vermeld als niet in aanmerking komend voor inclusie).

Une tumeur maligne (masse de cellules cancéreuses) se constitue petit à petit dans l’organe de départ du cancer.
In het orgaan waar de kanker is ontstaan, ontstaat stukje bij beetje een kwaadaardige tumor (massa van kankercellen).

Stade 1: la tumeur est unique et de petite taille.
Stadium 1: het gaat om één kleine tumor.

C'est la tumeur cancéreuse qui va petit à petit envahir l'organe ou la zone du corps où elle est née.
Deze kwaadaardige tumor verspreidt zich dan geleidelijk aan in het orgaan of de zone van het lichaam waar hij is ontstaan.

L’OPG-Fc a réduit des lésions ostéolytiques, ostéoblastiques et ostéolytiques/ostéoblastiques, a retardé la formation de métastases osseuses de novo et a réduit la croissance de tumeurs osseuses dans des modèles murins de métastases osseuses de cancers humains du sein positifs ou négatifs pour les récepteurs aux estrogènes, de la prostate ou du poumon non à petites cellules.
In botmetastasemodellen van oestrogeenreceptorpositieve en -negatieve humane borstkanker, prostaatkanker en niet-kleincellig longcarcinoom bij muizen verminderde OPG-Fc osteolytische, osteoblastische en osteolytische/osteoblastische laesies, vertraagde het de vorming van de novo botmetastasen en verminderde het de groei van tumoren in het skelet.

Une analyse post hoc de l’étude 2 (patients atteints d’autres tumeurs solides ou de myélome multiple) a évalué la survie globale des patients présentant les trois types tumoraux utilisés pour la stratification (cancer du poumon non à petites cellules, myélome multiple, autre).
Een post-hocanalyse in onderzoek 2 (patiënten met andere solide tumoren of multipel myeloom) onderzocht de totale overleving voor de 3 tumortypen gebruikt voor stratificatie (niet-kleincellig longcarcinoom, multipel myeloom en overige).

Affections pulmonaires interstitielles Peu fréquemment, des évènements à type d’affections pulmonaires interstitielles (API), dont certains fatals, ont été décrits chez des patients traités par Tarceva pour un cancer bronchique non à petites cellules (CBNPC), un cancer du pancréas ou d’autres tumeurs solides à un stade avancé.
Interstitiële longziekte Gevallen van interstitiële longziekte (ILD-achtige) verschijnselen, waaronder fatale gevallen, zijn soms gemeld bij patiënten die Tarceva kregen voor de behandeling van niet-kleincellige longkanker (NSCLC), pancreaskanker of andere solide tumoren in gevorderd stadium.

Affections pulmonaires interstitielles Peu fréquemment, des évènements à type d’affections pulmonaires interstitielles (API), dont certains fatals, ont été décrits chez des patients traités par Tarceva pour un cancer bronchique non à petites cellules (CBNPC), un cancer du pancréas ou d’autres tumeurs solides à un stade avancé.Au cours de l’étude pivot BR.21 dans le CBNPC, l’incidence des cas d’API (0,8%) a été identique dans les groupes Tarceva et placebo.
Interstiële longziekte Gevallen van interstitiële longziekte (ILD-achtige) verschijnselen, waaronder fatale gevallen, zijn soms gemeld bij patiënten die Tarceva kregen voor de behandeling van niet-kleincellige longkanker (NSCLC), pancreaskanker of andere solide tumoren in gevorderd stadium.