Le Comité scientifique recommande, lorsqu’un diagnostic de botulisme de type B est confirmé et qu’il y a des animaux malades dans une exploitation laitière, de maintenir les animaux dans l’exploitation jusqu’à minimum 17 jours après le début des symptômes observés sur le dernier animal, ceci afin d’éviter la dissémination des spores via les matières fécales des animaux malades ou en phase d’incubation (Notermans et al., 1981).
Het Wetenschappelijk Comité raadt aan om, bij een bevestiging van botulisme van type B en in geval van aanwezigheid van zieke dieren op een melkveebedrijf, de dieren tot minimum 17 dagen nadat de eerste symptomen bij het laatste dier werden vastgesteld op het bedrijf te houden om fecale verspreiding van de sporen door de zieke dieren of de dieren in incubatie te vermijden (Notermans et al., 1981).