4° naar rata van ten minste één en ten hoogste dertig daguitkeringen, de gerechtigde in het genot van uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid, die een arbeid heeft hervat, zonder daartoe van de adviserend geneesheer van zijn verzekeringsinstelling toestemming te hebben verkregen, overeenkomstig artikel 14 van het Koninklijk besluit van 31 december 1963 ;
4° naar rata van ten minste één en ten hoogste dertig daguitkeringen, de gerechtigde in het genot van uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid, die een arbeid heeft hervat, zonder daartoe van de adviserend geneesheer van zijn verzekeringsinstelling toestemming te hebben verkregen, overeenkomstig artikel 14 van het Koninklijk besluit van 31 december 1963;