Traduction de «ulcération et nécrose » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Phlegmon | Nécrose | Ulcération | (de la cloison) nasal(e)
cellulitisvan neus(septum) | necrosevan neus(septum) | ulceratievan neus(septum)

Abcès | Maladie SAI | Nécrose | Pachydermie | Périchondrite | Phlegmon | Ulcération | du larynx
aandoening NNOvan larynx | abcesvan larynx | cellulitisvan larynx | necrosevan larynx | pachydermievan larynx | perichondritisvan larynx | ulcusvan larynx

ulcération | formation d'un ulcère
ulceratie | verzwering

ulcère | ulcère
ulcus | zweer

peptique (ulcère-) | dû à l'ablation (partielle/totale) de l'estomac (ulcère-)
ulcus pepticum | zweer van het maag-darmkanaal

Nécrose graisseuse [stéato-nécrose] | Saponification | mésentérique | Péritonite (due à):bile | proliférative chronique | urine
chronische proliferatieve-peritonitis | mesenteriale | verzeping | mesenteriale | vetnecrose | peritonitis door | gal | peritonitis door | urine

Ulcère variqueux (membres inférieurs, toute localisation) Tout état classé en I83.9 avec ulcère ou précisé comme étant ulcéré
aandoeningen uit I83.9 met ulcus of gespecificeerd als ulcererend | varikeus ulcus (van onderste extremiteit, elk deel)

nécrose | destruction d'une cellule | d'un tissu
necrose | weefselversterf

ulcère (peptique) ou érosion:anastomotique | gastro-colique | gastro-intestinal(e) | gastro-jéjunal(e) | jéjunal(e) | marginal(e) | stomal(e) | ulcère peptique:SAI | postopératoire
ulcus (pepticum) of erosie (van) | anastomose | ulcus (pepticum) of erosie (van) | gastrocolicum | ulcus (pepticum) of erosie (van) | gastro-intestinaal | ulcus (pepticum) of erosie (van) | gastrojejunaal | ulcus (pepticum) of erosie (van) | jejunaal | ulcus (pepticum) of erosie (van) | marginaal | ulcus (pepticum) of erosie (van) | stoma

ulcérogène/ulcératif | qui produit un ulcère
ulcerogeen | wat zweervorming bevordert

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Hémorragie gastro-intestinale, douleur abdominale, une ulcération des muqueuses buccales, du pharynx, de l’œsophage et des voies gastrointestinales peut apparaître en association avec la cytarabine, ulcération et nécrose du colon, en particulier le cæcum (voir rubrique 4.5)
gastrointestinale bloeding, pijn in het abdomen; ulceratie van de slijmvliezen in de mond, farynx, oesofagus en het maagdarmkanaa l kunnen optreden in combinatie met cytarabine,

- stomatite ulcéro-nécrotique (avec congestion, petites hémorragies, ulcères et nécroses), concernant le museau, les lèvres, les gencives et la cavité buccale ;
- stomatitis met verzwerende necrose (congestie, kleine bloedingen, verzwering en necrose) t.h.v. de snuit, de lippen, het tandvlees en de mondholte;

Chez des singes cynomolgus, la saxagliptine a produit des lésions cutanées réversibles (croûtes, ulcérations et nécrose) au niveau des extrémités (queue, doigts, scrotum et/ou nez) à des doses ≥ 3 mg/kg/jour.
Bij Cynomolgus-apen veroorzaakte saxagliptine reversibele huidbeschadigingen (korsten, zweren en necrose) aan de extremiteiten (staart, vingers of tenen, scrotum en/of neus) bij doseringen ≥ 3 mg/kg/dag.

Anorexie (trouble de l’alimentation) Diarrhées – peuvent entraîner une déshydratation Cystite chimique (inflammation de la vessie) parfois hémorragique (présence de sang dans l’urine) après administration dans la vessie Alopécie (chute des cheveux) qui est normalement réversible Sepsie (infection bactérienne) Septicémie (infection bactérienne du sang) Ulcération et nécrose (mort de cellules/tissus) du colon (intestin) lorsque la doxorubicine est utilisée en association avec la cytarabine Phlébite Saignement gastro-intestinal Douleur abdominale Réaction d’hypersensibilité localisée du champ d’irradiation Déshydratation Leucémie secondaire (cancer du sang qui apparaît après le traitement pour un autre cancer) lorsque la doxorubicine est administrée avec des médicaments antinéoplasiques qui endommagent l’ADN Syndrome de lyse tumorale (complications de la chimiothérapie) Conjonctivite (inflammation de la couche la plus externe de l’œil) Urticaire Exanthème (type d’éruption cutanée) Réactions érythémateuses (symptômes similaires à ceux d’une éruption cutanée) le long de la veine utilisée pour l’injection Hyperpigmentation (zones foncées) de la peau et des ongles Onycholyse (décollement des ongles) Réaction anaphylactique (réactions allergiques sévères avec ou sans choc, notamment éruption cutanée, prurit (démangeaisons), fièvre et frissons) Tremblements Fièvre Étourdissement Thrombophlébite (inflammation d’une veine sous la peau) Thromboembolie (formation d’un caillot dans un vaisseau sanguin) Arythmie (battement cardiaque irrégulier) Insuffisance cardiaque (perte de la fonction cardiaque) Hyperuricémie (taux sanguin élevé d’acide urique) Bronchospasme (toux ou difficultés respiratoires en raison d’un rétrécissement brusque des voies aériennes) Pneumonite (inflammation du tissu pulmonaire) Aménorrhée (absence de règles) Oligospermie (diminution du nombre de spermatozoïdes) Azoospermie (absence totale de spermatozoïdes) Anémie (diminution du nombre de globules rouges) Une ...
sepsis (bacterie-infectie) bloedvergiftiging (bacterie-infectie in het bloed) zweren en necrose (afsterven van cellen/weefsel) in de dikke darm als het middel gebruikt wordt in combinatie met cytarabine flebitis bloedingen in het maagdarmkanaal buikpijn plaatselijke overgevoeligheidsreactie in het gebied dat bestraald is uitdroging secundaire leukemie (bloedkanker die zich ontwikkelt na behandeling voor een ander soort kanker) als het middel gebruikt wordt in combinatie met andere antineoplastische stoffen die het DNA beschadigen tumorlysesyndroom (complicaties van chemotherapie) conjunctivitis (ontsteking van het buitenste oogvlies) urticaria (galbulten) exantheem (een soort uitslag) erythemateuze reacties (symptomen die op uitslag lijken) langs de ader waarin de injectie heeft plaatsgevonden hyperpigmentatie (donkere vlekken) van de huid en nagels onycholyse (loslaten van de nagels) anafylactische reactie (ernstige allergische reacties met of zonder shock, waaronder huiduitslag, pruritis (jeuk), koorts en rillingen) rillen Koorts. duizeligheid tromboflebitis (ontsteking van de aderen onder de huid) trombo-embolie (bloedstolsel in een bloedvat) aritmie (onregelmatige hartslag) hartfalen (verlies van de hartfunctie) hyperuricemie (hoge urinezuurspiegel in het bloed) bronchospasme (hoesten of moeilijkheden bij de ademhaling vanwege plotselinge vernauwing van de luchtwegen) pneumonitis (ontsteking van het longweefsel) amenorroe (uitblijven van de menstruatie) oligospermie (laag spermavolume) azoöspermie (geen sperma) anemie (vermindering van het aantal rode bloedcellen) een stekend of branderig gevoel op de toedieningsplaats in verband met extravasatie.

Saxagliptine Chez des singes cynomolgus, la saxagliptine a produit des lésions cutanées réversibles (croûtes, ulcérations et nécrose) au niveau des extrémités (queue, doigts, scrotum et/ou nez) à des doses ≥ 3 mg/kg/jour.
Saxagliptine Bij Cynomolgus-apen veroorzaakte saxagliptine reversibele huidbeschadigingen (korsten, zweren en necrose) aan de extremiteiten (staart, vingers, tenen, scrotum en/of neus) bij doses ≥ 3 mg/kg/dag.

Rare: prurit, urticaire, acné, ecchymoses, érythème polymorphe, éruptions érythémateuses, nodosités, érosion douloureuse des plaques psoriasiques, photosensibilité, modification de la pigmentation cutanée, dermatite exfoliative, ulcération et nécrose cutanée.
Zelden: pruritus, urticaria, acne, ecchymoses, erythema multiforma, erythemateuze huiduitslag, knobbeltjes, pijnlijke erosie van psoriasisplaques, fotosensitiviteit, wijzigingen van de huidpigmentatie, exfoliatieve dermatitis, verzwering en necrose van de huid.

Rare : prurit, urticaire, acné, ecchymoses, érythème polymorphe, éruptions érythémateuses, nodosités, érosion douloureuse des plaques psoriasiques, photosensibilité, modification de la pigmentation cutanée, dermatite exfoliative, ulcération et nécrose cutanée.
Zelden: pruritus, urticaria, acne, ecchymoses, erythema multiforma, erythemateuze huiduitslag, knobbeltjes, pijnlijke erosie van psoriasisplaques, fotosensitiviteit, wijzigingen van de huidpigmentatie, exfoliatieve dermatitis, verzwering en necrose van de huid.

Rare : chatouillements, rougeurs et éruptions de la peau (urticaire, acné, érythèmes), hématomes (bleus), nodosités, érosion douloureuse des plaques de psoriasis, hypersensibilité à la lumière, modifications de la pigmentation de la peau, dermatite exfoliative, ulcération et nécrose de la peau.
Zelden: jeuk, roodheid en huiduitslag (netelroos, acne, erytheem), hematomen (blauwe plekken), knobbeltjes, pijnlijke erosie van psoriasisplaques, overgevoeligheid voor licht, wijzigingen van de pigmentatie van de huid, exfoliatieve dermatitis, verzwering en necrose van de huid.

1 ère semaine - FIEVRE, HYPERHEMIE, CONGESTION, ULCERATION, NECROSE
1ste week - KOORTS, HYPERHEMIE, CONGESTIE, VERZWERING, NECROSE

Stade 4: Ulcération profonde, atteinte et nécrose des muscles, des os ou des structures de soutien avec altération partielle ou totale des tissus (épiderme/derme).
Graad 4: Uitgebreide weefselschade, vernietiging of necrose tot aan de spier, het bot of de dragende structuren, met al dan niet volledig (epidermis/dermis) huiddefect.