5 g de poudre en flacon (verre de type II) fermé par un bouchon en caoutchouc (bromobutyle), et recouvert d’un opercule (aluminium), et 50 g de gel en flacon (verre borosilicate de type I) fermé par un bouchon à vis (inviolable, en polypropylène).
5 g poeder in een flacon (glas type II), verzegeld met een rubber (broombutyl), stop en afgedekt met een dop (aluminium), en 50 g gel in een fles (boorsilicaat, glas type I), verzegeld met een schroefdop (tegen knoeien bestand polypropyleen).