ii) la cuisson pendant 3 à 5 minutes dans une enceinte fermée où la température est comprise entre 120 et 160°C et où la pression est comprise entre 2 et 5 kg/cm2, suivie d’un décoquillage et d’une congélation de la chair à -20°C à coeur;
ii) koken gedurende drie tot vijf minuten in een gesloten recipiënt waarin de temperatuur tussen 120 en 160°C en de druk tussen 2 en 5 kg/cm 2 ligt, gevolgd door verwijdering van de schelpen en vriezen van het vlees tot een kerntemperatuur van −20°C,