Pour simplifier, une excrétion moyenne de 1,5 g de créatinine par jour pour l’ensemble de la population adulte pourrait être prise en considération pour évaluer l’excrétion urinaire d’iode par 24 heures (qui correspond aux 90 % des apports alimentaires en iode) à partir d’une simple mesure de la concentration d’un échantillon urinaire en iode, à condition que la concentration de cet échantillon en créatinine soit également connue.
Eenvoudig gesteld, zou een gemiddelde excretie van 1,5 g creatinine per dag voor de hele volwassen bevolking kunnen gebruikt worden om de jodiumexcretie via de urine op 24 uur te schatten (wat overeenstemt met de 90 % jodiuminname via de voeding) op basis van een eenvoudige meting van de jodiumconcentratie van een urinestaal, op voorwaarde dat de creatinineconcentratie van dit staal ook gekend is.