Le cassis fut très vite auréolé d'une solide réputation médicinale (vertus notamment stomachiques et diurétiques), les Français le considérèrent au 18ème siècle comme une véritable panacée (contre les migraines, les fièvres et les rhumatismes) et beaucoup en plantèrent un pied dans leur jardin.
Zwarte aalbes kreeg al snel een sterke geneeskrachtige reputatie (spijsverterings- en diuretische eigenschappen) waardoor de Fransen deze plant in de 18e eeuw beschouwden als een plant met een waaier aan geneeskrachtige eigenschappen (tegen migraine, koorts en reuma) en veel Fransen plantten een struikje in hun tuin.