Les signes avertisseurs peuvent se produire subitement ; il peut s’agir de sueurs froides, de pâleur et de refroidissement de la peau, de vertiges, de maux de tête, d’emballement du cœur, de nausées, de sensation de faim très importante, de troubles temporaires de la vision, de somnolences, de fatigue et de faiblesse inhabituelles, de nervosité ou de tremblement, de sentiment d’anxiété, de confusion, de difficultés à se concentrer.
De waarschuwingssignalen kunnen plotseling optreden en omvatten koud zweet, een koude en bleke huid, duizeligheid, hoofdpijn, een snelle hartslag, misselijkheid, zich zeer hongerig voelen, tijdelijke veranderingen in het gezichtsvermogen, slaperigheid, ongebruikelijke vermoeidheid en zwakte, nervositeit of tremor (beven), zich angstig voelen, zich verward voelen, concentratieproblemen.