Dans la population totale, la part d’individus ne présentant qu’une seule pathologie chronique est plus élevée que celle des sous-populations de grands utilisateurs de soins de santé, excepté les cas de l’hépatite B et C chronique, de l’insuffisance rénale chronique, de la santé mentale et des maladies rares où la part d’identification unique est relativement stable au travers des sous-populations.
Binnen de totale bevolking, is het aandeel van de individuen met slechts één chronische aandoening hoger dan dat van de deelpopulaties van grote consumenten, met uitzondering van de gevallen van chronische hepatitis B en C, van chronische nierinsufficiëntie, van geestelijke gezondheid en van zeldzame ziektes, waarbij het unieke identificatiegedeelte relatief stabiel blijft doorheen de deelpopulaties.