L’utilisation d'acétate de cyprotérone pendant l’embryogenèse, moment où la différenciation des organes sexuels externes se produit (vers le 45 ème jour de la grossesse), peut, uniquement en fortes doses, provoquer une féminisation des fœtus mâles.
Het gebruik van cyproteronacetaat tijdens de embryogenese waarin de differentiatie van de uitwendige geslachtsorganen plaatsvindt (omstreeks de 45 ste dag van de zwangerschap), kan - alleen in hoge dosissen - vervrouwelijking van mannelijke foetussen veroorzaken.