Carcinome du sein Pour le traitement adjuvant de patients atteintes d’un cancer du sein précoce et présentant des ganglions lymphatiques positifs, des doses intraveineuses d’épirubicine de 100 mg/m² (dose unique le jour 1) à 120 mg/m² (en deux doses divisées, les jours 1 et 8) toutes les 3 – 4 semaines sont recommandées, en association avec du cyclophosphamide et du 5-fluorouracile en intraveineuse et du tamoxifène par voie orale.
Borstcarcinoom Bij de adjuvante behandeling van patiënten met vroegtijdige borstkanker met positieve lymfeklieren worden intraveneuze dosissen van epirubicine gaande van 100 mg/m 2 (als enkelvoudige dosis op dag 1) tot 120 mg/m 2 (in twee gedeelde dosissen op dagen 1 en 8) om de 3-4 weken in combinatie met intraveneus cyclofosfamide en 5-fluorouracil en oraal tamoxifen aanbevolen.