Traduction de «urticaire rhinite » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

urticaire | urticaire
urticaria | netelroos

dermographisme | urticaire factice
dermografie | netelroosschrift

rhinite | rhume
rhinitis | neusverkoudheid

urticaire solaire
netelroos door zon

urticaire
urticaria

urticaire familiale au froid
FCAS - familial cold autoinflammatory syndrome

éruption urticaire
urticaire rash

urticaire dermatographique
dermatografische urticaria

dermatite/urticaire auto-immune à la progestérone
auto-immune progesterone-dermatitis/urticaria

urticaire médicamenteuse
urticaria door geneesmiddel

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Les sujets ayant eu une hypersensibilité au naproxène ou au naproxène de sodium de même que ceux ayant présenté une réaction allergique, telle qu’urticaire, rhinite, crise d’asthme, ou des polypes nasaux lors de la prise d’acide acétylsalicylique ou d’un autre AINS, doivent éviter le naproxène car ces réactions peuvent avoir une issue fatale.
Patiënten die overgevoelig zijn voor naproxen of natriumnaproxen, en patiënten die ooit een allergische reactie zoals urticaria, rhinitis, astma-aanval of neuspoliepen hebben vertoond bij inname van acetylsalicylzuur of een ander NSAI, mogen geen naproxen nemen aangezien deze reacties fataal kunnen zijn.

Prurit Rash Réactions allergiques, y compris l’anaphylaxie, angiooedème, dyspnée, érythème, urticaire, rhinite
Classificatie volgens Frequency Bijwerking orgaansysteem Immuunsysteemaandoeningen Vaak Pruritus Soms Rash Zeer zelden Allergische reacties, waaronder anafylaxie, angiooedeem,dyspnoea, erytheem, urticarial en rhinitis

Affections du système immunitaire Très rare : Réactions allergiques (urticaire, rhinite, dyspnée, œdème de Quincke), choc
Immuunsysteemaandoeningen Zeer zelden: Allergische reacties (urticaria, rhinitis, dyspnoe, quincke´s oedeem), anafylactische shock.

fréquents (0,01 à 1%): réactions allergiques (gonflement, urticaire), rhinite, bronchospasme,
reacties (zwelling, urticaria), rinitis, bronchospasme, gastro-intestinale bloedingen (met

Les patients présentant une hypersensibilité au naproxène sodique ou naproxène, ainsi que les patients ayant développé une réaction allergique consécutive à la prise d’acide acétylsalicylique ou d’un autre médicament anti-inflammatoire non stéroïdien (telle que; urticaire, rhinite, crise d’asthme ou polypes nasaux), ne peuvent pas prendre Naproxene Forte EG.
Patiënten die overgevoelig zijn voor natriumnaproxen of voor naproxen en patiënten die na inname van acetylsalicylzuur of een ander niet-steroïdaal anti-inflammatoir geneesmiddel een allergische reactie hebben vertoond (zoals urticaria, rhinitis, een astmacrisis of neuspoliepen), mogen Naproxene Forte EG niet innemen.

- Patients présentant une hypersensibilité au naproxène, au naproxène sodique, ainsi que des réactions allergiques telles qu'urticaire, rhinite, crises d'asthme et polypes nasaux après la prise d'acide acétylsalicylique ou d'un autre AINS.
- Patiënten met een overgevoeligheid voor naproxen, natriumnaproxen en allergische reacties zoals urticaria, rinitis, astma-aanvallen, neuspoliepen na inname van acetylsalicylzuur of een andere NSAID.

Asthme préexistant Chez les patients souffrant d’asthme, de rhinite allergique saisonnière, de gonflement de la muqueuse nasale (c.-à-d. polypose nasale), de maladies pulmonaires obstructives chroniques ou d’infections chroniques des voies respiratoires (en particulier si elles sont liées à des symptômes de type rhinite allergique), les réactions aux AINS, comme les exacerbations de l’asthme (connues sous le nom d’intolérance aux analgésiques/asthme dû aux analgésiques), l’œdème de Quincke ou l’urticaire sont plus fréquentes que chez les autres patients.
Preëxistent astma Bij patiënten met astma, seizoensgebonden allergische rinitis, zwelling van de neusslijmvliezen (neuspoliepen), chronische obstructieve longziekten of chronische infecties van de luchtwegen (vooral indien deze gepaard gaan met allergische, rinitisachtige symptomen) komen reacties op NSAID's zoals astma-exacerbatie (zogenaamde intolerantie voor analgetica / analgetica-astma), Quincke-oedeem of urticaria vaker voor dan bij andere patiënten.

L’acide acétylsalicylique et les anti-inflammatoires non stéroïdiens (AINS) provoquent chez certaines personnes, surtout des patients asthmatiques présentant des polypes nasaux et de l’urticaire, une réaction d’hypersensibilité pouvant se manifester par un bronchospasme, une urticaire, un oedème de Quincke, une rhinite et/ou un choc.
Acetylsalicylzuur en niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen (NSAID’s) veroorzaken bij sommige personen, vooral patiënten met astma, nasale poliepen en urticaria, een overgevoeligheidsreactie (met bronchospasme, urticaria, angio-oedeem, rinitis en/of shock).

Les protéines contenues dans le latex naturel avant toute transformation sont responsables des allergies de type 1. Celles-ci se manifestent principalement sous forme de réactions immédiates : prurit, urticaire, conjonctivite, rhinite, asthme voire choc anaphylactique.
De eiwitten die in natuurlijk latex voor elke verwerking aanwezig zijn, zijn verantwoordelijk voor allergie van type 1; deze doen zich voornamelijk voor onder de vorm van onmiddellijke reacties: jeuk, netelroos, conjunctivitis, rhinitis, astma en zelfs anafylactische shock.

Traitement symptomatique de la rhinite allergique et de l’urticaire chronique idiopathique chez l’adulte.
Symptomatische behandeling van allergische rhinitis en van chronische idiopathische urticaria bij de volwassene.