15. Het bestreden vonnis oordeelt dat de verweerster in haar brief van 6 april 1999 100 pct. gedurende 75 dagen, 50 pct. gedurende 26 dagen, 25 pct. gedurende 26 dagen en 15 pct. gedurende 16 dagen heeft toegepast op dagvergoedingen van 1.452 BEF voor de eerste drie periodes en op 1.481 BEF voor de laatste periode en derhalve haar vergoeding juist heeft berekend.
15. Het bestreden vonnis oordeelt dat de verweerster in haar brief van 6 april 1999 100 pct. gedurende 75 dagen, 50 pct. gedurende 26 dagen, 25 pct. gedurende 26 dagen en 15 pct. gedurende 16 dagen heeft toegepast op dagvergoedingen van 1 452 BEF voor de eerste drie periodes en op 1 481 BEF voor de laatste periode en derhalve haar vergoeding juist heeft berekend.