La prévention du mal d’altitude aigu (céphalées avec perte d’appétit, nausées, insomnie, vertiges ou fatigue après une ascension récente au-dessus de 2500 m) consiste à adapter la vitesse d’ascension de façon à permettre une acclimatation.
Preventie van acute hoogteziekte (hoofdpijn, samen met eetlustvermindering, nausea, slapeloosheid, duizeligheid of vermoeidheid na een recente stijging tot boven 2500m) gebeurt door de stijgsnelheid aan te passen zodat acclimatisatie mogelijk is.