Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Accentuation de certains traits de la personnalité
Drépanocytaire
Hémoglobine S hétérozygote Trait Hb-S
Mutisme sélectif
Névrose traumatique
Trait alphathalassémique
Trait bêtathalassémique
Trait de la maladie des hématies falciformes
Trait de personnalité psychopathique
Trait drépanocytaire
Trait thalassémique

Traduction de «vhc et traités » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous




Définition: Ce trouble constitue une réponse différée ou prolongée à une situation ou à un événement stressant (de courte ou de longue durée), exceptionnellement menaçant ou catastrophique et qui provoquerait des symptômes évidents de détresse chez la plupart des individus. Des facteurs prédisposants, tels que certains traits de personnalité (par exemple compulsive, asthénique) ou des antécédents de type névrotique, peuvent favoriser la survenue du syndrome ou aggraver son évolution; ces facteurs ne sont pas toutefois nécessaires ou suffisants pour expliquer la survenue du syndrome. Les symptômes typiques comprennent la reviviscence rép ...[+++]

Omschrijving: Ontstaat als een verlate of verlengde reactie op een stressveroorzakende gebeurtenis of situatie (van korte of lange duur) van een buitengewoon bedreigende of catastrofale aard, die bij vrijwel iedereen grote angst zou veroorzaken. Predisponerende factoren, zoals persoonlijkheidstrekken (b.v. compulsieve, asthene) of een voorgeschiedenis van neurotische ziekte, kunnen de drempel voor de ontwikkeling van het syndroom verlagen of zijn verloop verergeren, maar zijn noodzakelijk noch voldoende om het optreden ervan te verklaren. Typische kenmerken zijn onder meer episoden van herhaald herleven van het trauma in zich opdringende gedachten ('flashbacks'), dromen of nachtmerries, die optreden tegen de onveranderlijke achtergrond van ...[+++]


Définition: Trouble caractérisé par un refus, lié à des facteurs émotionnels, de parler dans certaines situations déterminées. L'enfant est capable de parler dans certaines situations, mais refuse de parler dans d'autres situations (déterminées). Le trouble s'accompagne habituellement d'une accentuation nette de certains traits de personnalité, par exemple d'une anxiété sociale, d'un retrait social, d'une hypersensibilité ou d'une opposition. | Mutisme sélectif

Omschrijving: Dit wordt gekenmerkt door een duidelijke, emotioneel bepaalde, selectiviteit in het spreken, zodanig dat het kind in sommige situaties taalbeheersing aan de dag legt, maar in andere (goed omschrijfbare) situaties niet spreekt. De stoornis gaat doorgaans samen met uitgesproken persoonlijkheidskenmerken waaronder sociale angst, teruggetrokkenheid, gevoeligheid of verzet. | Neventerm: | selectief mutisme












TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Co-infection VHC-VIH : Toxicité mitochondriale et acidose lactique : Des précautions doivent être prises chez les patients VIH positifs co-infectés par le VHC et traités par des inhibiteurs nucléosidiques de la transcriptase inverse (INTI) (en particulier ddI et d4T) et par l’association interféron alfa-2b/ribavirine.

HCV/HIV Co-infectie: Mitochondriale toxiciteit en lactaatacidose: Voorzichtigheid is geboden bij HIV-positieve patiënten die gelijktijdig met HCV besmet zijn en die een behandeling met een nucleosideremmer van omgekeerde transcriptase (NRTI) krijgen (voornamelijk ddI en d4T) in combinatie met interferon-alfa-2b/ribavirine.


Ribavirine : L’abacavir et la ribavirine partageant les mêmes voies de phosphorylation, une interaction intracellulaire entre ces deux médicaments n'est pas exclue ; celle-ci pourrait conduire à une diminution des métabolites phosphorylés intracellulaires de la ribavirine et donc potentiellement à une réduction des chances d’obtenir une réponse virologique soutenue (RVS) pour l’hépatite C (VHC) chez des patients coinfectés par le VHC et traités par l'association interféron pégylé / ribavirine (RBV).

Ribavirine: Omdat abacavir (ABC) en ribavirine (RBV) op dezelfde wijze via fosforylering worden omgezet, is gepostuleerd dat een mogelijke intracellulaire interactie tussen deze twee geneesmiddelen kan optreden. Dit zou kunnen leiden tot een reductie van de intracellulaire gefosforyleerde metabolieten van ribavirine met, als potentiële consequentie, een verminderde kans op een aanhoudende virologische respons (SVR = sustained virological response) op hepatitis C (HCV) bij met HCV gecoïnfecteerde patiënten die met gepegyleerd interferon plus RBV worden behandeld.


L’abacavir et la ribavirine partageant les mêmes voies de phosphorylation, une interaction intracellulaire entre ces deux médicaments n'est pas exclue ; celle-ci pourrait conduire à une diminution des métabolites phosphorylés intracellulaires de la ribavirine et donc potentiellement à une réduction des chances d’obtenir une réponse virologique soutenue (RVS) pour l’hépatite C (VHC) chez des patients co-infectés par le VHC et traités par l'association interféron pégylé / ribavirine (RBV).

Omdat abacavir (ABC) en ribavirine (RBV) op dezelfde wijze via fosforylering worden omgezet, is gepostuleerd dat een mogelijke intracellulaire interactie tussen deze twee geneesmiddelen kan optreden. Dit zou kunnen leiden tot een reductie van de intracellulaire gefosforyleerde metabolieten van ribavirine en, met als potentiële consequentie, een verminderde kans op een aanhoudende virologische respons (SVR = sustained virological response) op hepatitis C (HCV) bij met HCV gecoïnfecteerde patiënten die met gepegyleerd interferon plus RBV worden behandeld.


Co-infection VIH/VHC : Toxicité mitochondriale et acidose lactique : Des précautions doivent être prises chez les patients VIH positifs co-infectés par le VHC et traités par des inhibiteurs nucléosidiques de la transcriptase inverse (INTI) (en particulier ddI et d4T) et par l’association interféron alfa-2b/ribavirine.

HIV/HCV Co-infectie: Mitochondriale toxiciteit en lactaatacidose: Voorzichtigheid is geboden bij HIV-positieve patiënten die tegelijkertijd geïnfecteerd zijn met HCV en die een behandeling met een nucleosideremmer van omgekeerde transcriptase (NRTI) krijgen (voornamelijk ddI en d4T) in combinatie met interferon-alfa-2b/ribavirine.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
La valeur prédictive négative pour l’obtention d’une réponse prolongée chez les patients co-infectés VHC-VIH traités par Rebetol en association avec le peginterféron alfa-2b a été de 99 % (67/68 ; Etude 1) (voir rubrique 5.1).

De negatieve voorspellende waarde voor aanhoudende respons bij patiënten die gelijktijdig met HCV/HIV besmet zijn en een combinatiebehandeling van Rebetol en peginterferon-alfa-2b kregen, bedroeg 99 % (67/68; Studie 1) (zie rubriek 5.1).


L'exposition à la dose la plus faible était 1,2 fois l'exposition clinique humaine, sur la base de l'ASC, pour les patients ayant un PTI traités à la dose de 75 mg/jour et 0,6 fois l’exposition clinique humaine, sur la base de l’ASC, pour les patients infectés par le VHC traités à la dose de 100 mg/jour. Aucun effet rénal n'a été observé chez le rat après 28 semaines, ni chez le chien après 52 semaines à une exposition 4 et 2 fois l'exposition clinique humaine pour les patients ayant un PTI traités à 75 mg/jour, et à 2 fois l’exposition et à une exposition équivalente à l'exposition clinique humaine pour les patients infectés par le VHC ...[+++]

De blootstelling bij de laagste dosering was 1,2 maal de humane klinische blootstelling bij gebruik van 75 mg/dag bij ITP-patiënten, en 0,6 maal de humane klinische blootstelling bij gebruik van 100 mg/dag bij HCV-patiënten, gebaseerd op de AUC. Renale effecten werden niet waargenomen bij ratten na 28 weken of bij honden na 52 weken bij blootstellingen aan vier- en tweemaal de humane klinische blootstelling bij gebruik van 75 mg/dag bij ITP-patiënten, en bij tweemaal de humane klinische blootstelling en een blootstelling gelijkwaardig aan de humane klinische blootstelling bij gebruik van 100 mg/dag bij HCV-patiënten, gebaseerd op de AUC ...[+++]


Patients co-infectés par le VIH-1 Le profil de sécurité d’emploi d’INCIVO chez les patients co-infectés par le VHC et le VIH-1 (n = 38), qu’ils soient non traités par un antirétroviral ou traités par l’éfavirenz associé au fumarate de ténofovir disoproxil et l’emtricitabine, était similaire au profil de sécurité d’emploi chez les patients mono-infectés par le VHC. Les patients recevant l’atazanavir/ritonavir qu’ils soient dans le groupe INCIVO en association ou dans le groupe peginterféron alfa et ribavirine seuls ont présenté une augmentation transitoire des taux de bilirubine indirecte jusqu’à la semaine 2 ...[+++]

Patiënten die tevens geïnfecteerd zijn met hiv-1 Het veiligheidsprofiel van INCIVO bij patiënten die tegelijkertijd een HCV- en een hiv-1-infectie hebben (n = 38), al of niet onder behandeling met antiretrovirale therapie of onder behandeling met efavirenz in combinatie met tenofovirdisoproxilfumaraat en emtricitabine, was vergelijkbaar met het veiligheidsprofiel van patiënten met alleen een HCV-infectie. Patiënten die atazanavir/ritonavir kregen in de groep met INCIVO-combinatiebehandeling en in de groep met peginterferon alfa en ribavirine hadden een voorbijgaande verhoging van de indirecte bilirubinewaardes tot en met week 2, die teru ...[+++]


Patients co-infectés par le VIH L’étude P05411 était une étude de phase II randomisée, en double aveugle, contrôlée versus placebo comparant Victrelis 800 mg par voie orale trois fois par jour associé à PR [1,5 µg/kg/semaine de peginterféron alfa-2b par voie sous-cutanée et ribavirine à la posologie adaptée en fonction du poids (comprise entre 600 et 1 400 mg/jour par voie orale)] à PR seul chez les sujets co-infectés par le VIH et le VHC de génotype 1, préalablement non-traités pour leur infection chronique par le VHC. Les sujets étaient traités pendant 4 semaines par PR, puis pendant 44 semaines par Victrelis, ou par placebo, associés ...[+++]

Patiënten met co-infectie met hiv P05411 was een gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd fase II-onderzoek waarin Victrelis 800 mg oraal driemaal daags in combinatie met PR [peginterferon alfa-2b 1,5 µg/kg/week subcutaan en op gewicht gebaseerde toediening van ribavirine (600-1400 mg/dag oraal)] werd vergeleken met PR alleen bij proefpersonen die geco-infecteerd waren met hiv en HCV genotype 1 die eerder niet waren behandeld voor chronische HCV-infectie. Proefpersonen werden behandeld met 4 weken PR gevolgd door 44 weken Victrelis of placebo met PR.


Aucun effet significatif n'a été observé sur la masse de globules rouges ni sur le nombre de réticulocytes après une administration d'eltrombopag allant jusqu'à 28 semaines chez le rat, 52 semaines chez le chien et 2 ans chez la souris et le rat, aux doses maximales tolérées, correspondant à 2 à 4 fois l'exposition clinique humaine pour les patients ayant un PTI traités à 75 mg/jour et ≤ 2 fois l’exposition clinique humaine pour les patients infectés par le VHC traités à 100 mg/jour, sur la base de l'ASC.

Er waren geen noemenswaardige effecten op de rode bloedcelmassa of het reticulocytenaantal na dosering tot aan 28 weken bij ratten, 52 weken bij honden en 2 jaar bij muizen of ratten bij maximale goed verdragen doseringen, resulterend in blootstelling aan twee- tot viermaal de humane klinische blootstelling bij gebruik van 75 mg/dag bij ITP-patiënten, en aan ≤ 2 maal de humane klinische blootstelling bij gebruik van 100 mg/dag bij HCV-patiënten, gebaseerd op de AUC.


Aucun effet hépatique n'a été observé après administration chronique chez le rat (28 semaines) et chez le chien (52 semaines) à 4 ou 2 fois l'exposition clinique humaine pour les patients ayant un PTI traités à 75 mg/jour, et à 2 fois l’exposition et à une exposition équivalente à l’exposition clinique humaine pour les patients infectés par le VHC traités à 100 mg/jour, sur la base de l'ASC.

Er werden geen levereffecten waargenomen na chronische dosering bij ratten (28 weken) of bij honden (52 weken) bij blootstellingen van vier- en tweemaal de humane klinische blootstelling bij gebruik van 75 mg/dag bij ITP-patiënten, en bij tweemaal de humane klinische blootstelling en een blootstelling gelijkwaardig aan de humane klinische blootstelling bij gebruik van 100 mg/dag bij HCV-patiënten,gebaseerd op de AUC.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

vhc et traités ->

Date index: 2024-08-25
w