Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Dépression anxieuse
Manière dont le foetus se présente
Présentation
Présentation du siège complet avec procidence d'un pied
Réaction dépressive
Réactionnelle
Réflexe de toux présent
Trachéostomie présent
Trouble dépressif saisonnier
Tube endotrachéal présent
épisodes récurrents de dépression psychogène

Vertaling van "vhc présentant " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
Définition: Episode dépressif, éventuellement prolongé, survenant au décours d'une maladie schizophrénique. Certains symptômes schizophréniques positifs ou négatifs doivent encore être présents, mais ne dominent plus le tableau clinique. Ce type d'état dépressif s'accompagne d'un risque accru de suicide. Si le patient ne présente plus aucun symptôme schizophrénique, on doit faire un diagnostic d'épisode dépressif (F32.-). Si les symptômes schizophréniques restent florides et au premier plan de la symptomatologie, on doit garder le diagnostic de la forme clinique appropriée de schizophrénie (F20.0-F20.3).

Omschrijving: Een depressieve episode, die langdurig kan zijn, optredend in de nasleep van een schizofrene ziekte. Enkele schizofrene symptomen, hetzij 'positieve', hetzij 'negatieve', moeten nog aanwezig zijn, maar zij domineren niet meer het klinische beeld. Deze depressieve toestanden gaan samen met een vergroot risico voor suïcide. Als de patiënt geen enkel schizofreen symptoom meer heeft dient een depressieve episode te worden gediagnosticeerd (F32,-). Als schizofrene symptomen nog floride en opvallend zijn dient de diagnose die van het-van- toepassing-zijnde schizofrene subtype te blijven (F20.0-F20.3).


Bassin rétréci Fœtus ou nouveau-né affecté par des troubles classés en O64-O66 Présentation occipito-postérieure persistante Présentation transverse

bekkenvernauwing | dwarsligging | gevolgen voor foetus of pasgeborene door aandoeningen geclassificeerd onder O64-O66 | persisterende occipitoposterieure-ligging


Définition: Trouble caractérisé par des mouvements intentionnels, répétitifs, stéréotypés, dépourvus de finalité (et souvent rythmés), non lié à un trouble psychiatrique ou neurologique identifié. Lorsque ces mouvements surviennent dans le cadre d'un autre trouble, seul ce dernier doit être noté. Ces mouvements peuvent ne pas avoir de composante automutilatrice; ils comprennent: un balancement du corps, un balancement de la tête, le fait de s'arracher les cheveux, de se tordre les cheveux, de claquer des doigts et de battre des mains. Les comportements stéréotypés auto-mutilateurs comprennent: le fait de se cogner la tête, de se gifler, de se mettre le doigt dans l'œil, de se mordre les mains, les lèvres ou d'autres parties du corps. L'ens ...[+++]

Omschrijving: Willekeurige, herhaalde, stereotype, niet-functionele (en vaak ritmische) bewegingen die geen deel uitmaken van een als zodanig onderkende psychiatrische of neurologische toestand. Indien zulke bewegingen optreden als symptomen van een andere stoornis, dient slechts de omvattende stoornis geregistreerd te worden. Als niet zelfverwondende bewegingen komen voor: wiegen met het lichaam, hoofdschudden, haartrekken, haar in elkaar draaien, vingerschuddende maniërismen en handenflappen. Stereotyp wel zelfverwondend gedrag behelst herhaald hoofdbonzen, in het gezicht slaan, in de ogen prikken en bijten in de handen, op de lippen of in andere lichaamsdelen. Alle stereotype bewegingsstoornissen komen het meest frequent voor in combinat ...[+++]


Définition: Cette catégorie doit être utilisée quand le sujet présente à la fois des symptômes anxieux et des symptômes dépressifs, sans prédominance nette des uns ou des autres et sans que l'intensité des uns ou des autres soit suffisante pour justifier un diagnostic séparé. Quand des symptômes anxieux et dépressifs sont présents simultanément avec une intensité suffisante pour justifier des diagnostics séparés, les deux diagnostics doivent être notés et on ne fait pas un diagnostic de trouble anxieux et dépressif mixte. | Dépression ...[+++]

angstdepressie (licht of niet aanhoudend)


Définition: Trouble caractérisé par la survenue répétée d'épisodes dépressifs correspondant à la description d'un tel épisode (F32.-), en l'absence de tout antécédent d'épisodes indépendants d'exaltation de l'humeur et d'augmentation de l'énergie (manie). Le trouble peut toutefois comporter de brefs épisodes caractérisés par une légère élévation de l'humeur et une augmentation de l'activité (hypomanie), succédant immédiatement à un épisode dépressif, et parfois déclenchés par un traitement antidépresseur. Les formes graves du trouble dépressif récurrent (F33.2 et F33.3) présentent de nombreux points communs avec des concepts antérieurs c ...[+++]

Omschrijving: Een stoornis die wordt gekenmerkt door herhaalde depressieve episoden, zoals beschreven onder depressieve episode (F32.-) zonder enige voorgeschiedenis van onafhankelijke episoden van stemmingsverhoging en toegenomen energie (manie). Er kunnen evenwel korte episoden van lichte stemmingsverhoging en hyperactiviteit (hypo-manie) zijn onmiddellijk na een depressieve episode soms teweeggebracht door anti-depressieve behandeling. De ernstigere vormen van recidiverende depressieve stoornis (F33.2 en F33.3) komen in veel opzichten overeen met vroegere begrippen, zoals manisch-depressieve depressie, melancholie, vitale depressie en ...[+++]










IN-CONTEXT TRANSLATIONS
L’étude a inclus des patients rechuteurs à un précédent traitement (patients avec un taux d’ARN du VHC indétectable à la fin d’un traitement à base d’interféron pégylé, mais présentant un taux d’ARN du VHC détectable durant les 24 semaines de suivi du traitement) et des patients non-répondeurs à un précédent traitement (patients n’ayant pas présenté un taux d’ARN du VHC indétectable pendant ou à la fin du précédent traitement d’au moins 12 semaines).

De studie includeerde patiënten met een recidief na een eerdere behandeling (patiënten met ondetecteerbaar HCV-RNA aan het eind van een behandeling met een schema op basis van gepegyleerd interferon, maar met detecteerbaar HCV-RNA binnen 24 weken van de follow-up van de behandeling) en eerdere non-responders (patiënten die geen nietdetecteerbare HCV-RNA-concentraties hadden tijdens of aan het eind van een eerdere behandeling van ten minste 12 weken).


Anomalies hématologiques chez les patients co-infectés VHC-VIH : Les patients co-infectés VHC-VIH recevant un traitement par peginterféron alfa-2b/ribavirine et HAART peuvent présenter un risque augmenté de développer des anomalies hématologiques (comme une neutropénie, thrombocytopénie et anémie) par rapport aux patients mono-infectés par le VHC. Bien que la majorité d’entre eux puisse être contrôlée par des réductions de dose, un suivi attentif des

Hematologische afwijkingen bij patiënten die gelijktijdig met HCV/HIV besmet zijn: Patiënten die gelijktijdig met HCV/HIV besmet zijn, en die met peginterferon-alfa-2b/ribavirine behandeld worden, en HAART krijgen, kunnen een verhoogd risico lopen om hematologische afwijkingen (als neutropenie, trombocytopenie en anemie) te ontwikkelen in vergelijking met patiënten die alleen met HCV besmet zijn.


Anomalies hématologiques chez les patients ayant une co-infection VHC-VIH : Les patients ayant une co-infection VHC-VIH et recevant un traitement par peginterféron alpha-2b/ribavirine et une HAART peuvent présenter un risque accru de développer des anomalies hématologiques (telles qu’une neutropénie, une thrombocytopénie et une anémie) par rapport aux patients mono-infectés par le VHC. Même s’il est possible de prendre en charge la majorité de ces patients par une réduction de la dose, entreprendre une surveillance étroite des paramètres hématologiques dans cette population de patients (voir rubrique 4.2 et sous « Tests biologiques » et ...[+++]

Hematologische afwijkingen bij patiënten met een HCV-hiv-co-infectie: Patiënten met een HCV-hiv-co-infectie die worden behandeld met peginterferon alfa- 2b/ribavirine en HAART, kunnen een hoger risico lopen om hematologische afwijkingen te ontwikkelen (zoals neutropenie, trombocytopenie en anemie) dan patiënten die alleen geïnfecteerd zijn met het HCV. Hoewel bij de meesten een verlaging van de dosering volstond, moeten de hematologische parameters bij die patiënten zorgvuldig worden gevolgd (zie rubriek 4.2 en verder “Laboratoriumtests” en rubriek 4.8).


Le taux de rechute pour le VHC était la proportion de sujets présentant un taux d’ARN-VHC indétectable à la fin du traitement (FDT) et un taux d’ARN-VHC détectable à la fin du suivi (FDS) parmi les sujets ayant un taux indétectable à la fin du traitement (FDT) et sans données manquantes à la fin du suivi (FDS).

HCV Relapse rate was het aandeel proefpersonen met niet-detecteerbaar HCV-RNA bij End of Treatment (EOT) en detecteerbaar HCV-RNA bij End of Follow-up (EOF) bij proefpersonen die niet detecteerbaar waren bij EOT en bij wie gegevens over EOF niet ontbraken.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Chez les enfants et les adolescents recevant une association interféron alpha-2b (pégylé ou non pégylé)/ribavirine, il est donc recommandé d’interrompre la thérapie si les taux d’ARN- VHC à 12 semaines présentent une diminution inférieure à 2 log 10 par rapport à l’état initial, ou s’ils présentent encore des taux détectables d’ARN-VHC après 24 semaines de traitement.

Daarom wordt aanbevolen de behandeling bij kinderen en adolescenten die worden behandeld met een combinatie van interferon alfa-2b (gepegyleerd of niet-gepegyleerd)/ribavirine, stop te zetten als het HCV-RNA na 12 weken < 2 log 10 gedaald is in vergelijking met de waarde voor behandeling, of als het HCV-RNA nog detecteerbaar is na 24 weken.


Chez les enfants et les adolescents recevant l’association peginterféron alpha-2b/ribavirine, il est recommandé d’interrompre la thérapie si les taux d’ARN-VHC à 12 semaines présentent une diminution inférieure à 2 log 10 par rapport à l’état initial avant traitement, ou s’ils présentent encore des taux détectables d’ARN-VHC après 24 semaines de traitement.

Het wordt aangeraden de behandeling bij kinderen en adolescenten die een combinatietherapie krijgen met peginterferon alfa-2b/ribavirine, stop te zetten als het HCV-RNA na 12 weken < 2 log 10 gedaald is in vergelijking met de waarde voor behandeling, of als het HCV-RNA nog detecteerbaar is na 24 weken.


Le taux de rechute était la proportion de sujets présentant un taux d’ARN-VHC indétectable à la fin du traitement (FDT) et un taux d’ARN-VHC détectable à la fin du suivi (FDS) parmi les sujets ayant un taux indétectable à la fin du traitement (FDT) et sans données manquantes à la fin du suivi (FDS).

Relapse rate was het aandeel proefpersonen met een niet-detecteerbaar HCV-RNA bij End of Treatment (EOT) en een detecteerbaar HCV-RNA bij End of Follow-up (EOF) bij proefpersonen die niet detecteerbaar waren bij EOT en bij wie gegevens over EOF niet ontbraken.


Dans les études contrôlées chez les patients thrombopéniques infectés par le VHC recevant un traitement à base d'interféron (n = 1439), 38 des 955 sujets (4 %) traités par eltrombopag et 6 des 484 sujets (1 %) du groupe placebo ont présenté des ETE (événements thrombo-emboliques).

In gecontroleerde studies bij trombocytopene patiënten met een HCV-infectie die een behandeling op basis van interferon ondergingen (n = 1.439), kregen 38 van de 955 met eltrombopag behandelde proefpersonen (4%) en 6 van de 484 met placebo behandelde proefpersonen (1%) last van trombotische/trombo-embolische voorvallen (TEE’s).


En cas de patient source présentant une sérologie VHC positive, la détermination de la réplication virale par PCR permettrait de mieux apprécier le potentiel de contagiosité.

Bij een bronpatiënt met een positieve HCV-serologie maakt de bepaling van de virusreplicatie door PCR het mogelijk om het besmettingsvermogen beter te beoordelen.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

vhc présentant ->

Date index: 2024-02-16
w