Vertaling van "vhc-vih analogues nucléosidiques " (Frans → Nederlands) :

Co-infection VHC-VIH : Analogues nucléosidiques : Quelques cas d’acidose lactique sont survenus lors de l’utilisation d’analogues nucléosidiques, seuls ou en association avec d’autres nucléosides.
HCV/HIV Co-infectie: Nucleosideanalogen: Het gebruik van nucleosideanalogen, alleen of in combinatie met andere nucleosiden, resulteerde in lactaatacidose.

Cependant, des études in vitro indiquent que la trithérapie par analogues nucléosidiques ou par association de deux analogues nucléosidiques et d’un inhibiteur de protéase est plus efficace pour inhiber les effets cytopathiques induits par VIH-1 qu’une monothérapie ou une bithérapie.
In vitro studies duiden er evenwel op dat tritherapie via combinaties van nucleoside analogen of associatie van twee nucleoside analogen en een proteaseremmer effectiever zijn in het remmen van de door HIV-1 veroorzaakte cytopathische effecten dan een monotherapie of een bitherapie.

Efficacité et sécurité cliniques : l’emtricitabine administrée en association avec d’autres antirétroviraux, y compris des analogues nucléosidiques, des analogues non nucléosidiques et des inhibiteurs de protéase, s’est révélée efficace dans le traitement de l’infection par le VIH chez des patients naïfs de traitement ou prétraités et ayant une charge virale contrôlée.
Klinische werkzaamheid en veiligheid: De werkzaamheid van emtricitabine in combinatie met andere antiretrovirale middelen, waaronder nucleoside-analogen, non-nucleoside-analogen en proteaseremmers, is aangetoond bij de behandeling van HIV-infectie bij nog niet eerder behandelde patiënten en reeds eerder behandelde patiënten bij wie het virus onder stabiele controle is.

Fuzeon est indiqué, en association avec d'autres antirétroviraux, dans le traitement des patients infectés par le VIH-1, exposés et en échec à un traitement comprenant au moins un médicament de chacune des classes antirétrovirales suivantes : inhibiteurs de protéase, analogues non nucléosidiques de la transcriptase inverse et analogues nucléosidiques de la transcriptase inverse, ou présentant une intolérance aux traitements précédemment cités (voir rubrique 5.1)
Fuzeon is geïndiceerd, in combinatie met andere antiretrovirale middelen, voor de behandeling van HIV-1 geïnfecteerde patiënten, die eerder behandeld zijn en waarbij behandelingsregimes met tenminste één geneesmiddel uit elk van de antiretrovirale geneesmiddelklassen van proteaseremmers, non-nucleoside reverse transcriptaseremmers en nucleoside reverse transcriptaseremmers gefaald hebben of die intolerant zijn voor eerder gebruikte antiretrovirale behandelcombinaties (zie rubriek 5.1).

Co-infection VHC-VIH : Toxicité mitochondriale et acidose lactique : Des précautions doivent être prises chez les patients VIH positifs co-infectés par le VHC et traités par des inhibiteurs nucléosidiques de la transcriptase inverse (INTI) (en particulier ddI et d4T) et par l’association interféron alfa-2b/ribavirine.
HCV/HIV Co-infectie: Mitochondriale toxiciteit en lactaatacidose: Voorzichtigheid is geboden bij HIV-positieve patiënten die gelijktijdig met HCV besmet zijn en die een behandeling met een nucleosideremmer van omgekeerde transcriptase (NRTI) krijgen (voornamelijk ddI en d4T) in combinatie met interferon-alfa-2b/ribavirine.

Co-infection VHC/VIH : Toxicité mitochondriale et acidose lactique : Prendre des précautions chez les patients VIH positifs simultanément infectés par le VHC et recevant un traitement par inhibiteurs nucléosidiques de la transcriptase inverse (INTI) (en particulier ddI et d4T) en association avec une thérapie combinée d’interféron alpha- 2b/ribavirine.
HCV-hiv-co-infectie: Mitochondriale toxiciteit en melkzuuracidose: Voorzichtigheid is geboden bij hiv-positieve patiënten die tevens geïnfecteerd zijn met HCV en die behandeld worden met een nucleosideremmer van het reverse transcriptase (NRTI) (vooral ddI en d4T) én met de combinatie interferon alfa-2b/ribavirine.

Résistances croisées : puisque sa cible sur le VIH est différente, l'enfuvirtide est tout aussi actif in vitro sur les souches expérimentales de type sauvage ou les souches cliniques que sur les souches résistantes à 1, 2 ou 3 autres classes d’antirétroviraux (analogues nucléosidiques de la transcriptase inverse, inhibiteurs non nucléosidiques de la transcriptase inverse et inhibiteurs de protéase).
Kruisresistentie: Vanwege het nieuwe virale target is enfuvirtide in vitro even actief tegen laboratorium en klinische wildtype isolaten als tegen isolaten met resistentie tegen middelen uit 1, 2 of 3 andere antiretrovirale klassen (nucleoside reverse transcriptase remmers, non-nucleoside reverse transcriptase remmers en proteaseremmers).

NUCLEOSIDIQUES ET NUCLEOTIDIQUES DE LA TRANSCRIPTAS 2,6% 128 0,6% 15 0,3% 47 12 L02BA ANTI‐ESTROGENES 2,4% 119 2,3% 103 1,7% 13 13 J05AR ANTIVIRAUX POUR LE TRAITEMENT DES INFECTIONS A VIH, ASSOCIA 2,1% 104 0,8% 6 0,1% 79 14 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 2,0% 96 0,1% 126 2,0% 9 15 J05AE INHIBITEURS DE LA PROTEASE 1,7% 83 0,6% 6 0,1% 76 16 C09AA IECA, SIMPLES 1,4% 69 0,1% 253 4,1% 4 17 M05BA BIPHOSPHONATES 1,4% 67 0,2% 60 1,0% 17 18 H01AX AUTRES HORMONES DE L'HYPOPHYSE ANTERIEURE ET ANALOGUES 1,3% 65 3,8% 1 0,0% 153 19 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 1,3% 62 0,1% 122 2,0% 10 20 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 1,2% 60 0,2% 6 0,1% 80 21 B01AB GROUPE DES HEPARINES 1,2% 56 0,1% 29 0,5% 32 22 A10AC INSULINES ET ANALOGUES INJECTABLES A ACTION INTERMEDIAIRE 1,1% 52 1,0% 53 0,9% 18 23 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE LA SEROTONINE 1,0% 47 0,0% 69 1,1% 16 24 J02AC DERIVES TRIAZOLES 0,9% 45 0,2% 4 0,1% 90 25 C07AB BETA‐BLOQUANTS SELECTIFS 0,9% 44 0,1% 119 1,9% 11 26 C09DA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET DIURETIQUES 0,9% 43 0,1% 46 0,8% 21 27 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 0,8% 39 0,1% 114 1,9% 12 28 A10BX AUTRES HYPOGLYCEMIANTS A L'EXCEPTION DES INSULINES 0,8% 37 0,4% 31 0,5% 27 29 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 0,7% 35 0,0% 52 0,8% 19 30 N03AX AUTRES ANTIEPILEPTIQUES 0,7% 35 0,1% 12 0,2% 51 31 G02CB INHIBITEURS DE LA PROLACTINE 0,7% 34 2,4% 5 0,1% 83 32 L03AA FACTEURS DE CROISSANCE DES COLONIES 0,7% 34 3,7% 0 0,0% 168 33 J05AG INHIBITEURS NON‐NUCLEOSIDIQUES DE LA TRANSCRIPTASE REVERS 0,7% 33 0,5% 4 0,1% 93 34 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 0,6% 31 0,1% 7 0,1% 69 35 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 0,6% 27 0,0% 22 0,4% 39 36 M05BB BIPHOSPHONATES, ASSOCIATIONS 0,6% 27 0,1% 25 0,4% 35 37 A10BA BIGUANIDES 0,5% 26 0,2% 152 2,5% 7 38 J05AB NUCLEOSIDES ET NUCLEOTIDES, EXCL.
VOOR OBSTRUCT. LUC 0,5% 24 0,0% 17 0,3% 45 40 C10BA HMG CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) MET ANDERE HYPOLIP 0,5% 22 0,4% 11 0,2% 52 41 L03AB INTERFERONEN 0,4% 19 0,0% 1 0,0% 155 42 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 0,4% 19 0,1% 6 0,1% 74 43 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 0,4% 19 0,1% 49 0,8% 20 44 L01BC PYRIMIDINEDERIVATEN 0,4% 18 0,8% 1 0,0% 146 45 A10BB SULFONYLUREUMDERIVATEN 0,4% 18 0,1% 42 0,7% 23 46 C09BA ACE‐REMMERS MET DIURETICA 0,4% 17 0,1% 30 0,5% 29 47 A11CC VITAMINE D EN ANALOGE VERBINDINGEN 0,3% 16 1,5% 17 0,3% 46 48 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 0,3% 16 0,0% 12 0,2% 48 49 L02BB ANTI‐ANDROGENEN 0,3% 16 0,2% 3 0,1% 101 50 H03BB ZWAVELHOUDENDE IMIDAZOLDERIVATEN 0,3% 15 3,7% 219 3,6% 5 51 J01MA FLUOROCHINOLONEN 0,3% 15 0,0% 5 0,1% 85 TOTAAL 90,2% 4.400 ‐ 5.242 85,5% ‐

NUCLEOSIDIQUES ET NUCLEOTIDIQUES DE LA TRANSCRIPTASE REVERSE 5,9% 8.764 58,4% 883 0,8% 25 5 J05AR ANTIVIRAUX POUR LE TRAITEMENT DES INFECTIONS A VIH, ASSOCIATIONS 4,5% 6.692 62,1% 372 0,4% 52 6 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE (STATINES) 4,3% 6.487 3,1% 14.077 13,3% 1 7 A10AB INSULINES ET ANALOGUES A ACTION RAPIDE 3,8% 5.676 36,3% 5.358 5,0% 4 8 A10AE INSULINES ET ANALOGUES A ACTION LONGUE 3,8% 5.610 41,1% 3.156 3,0% 9 9 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 3,0% 4.483 3,2% 4.148 3,9% 6 10 J05AE INHIBITEURS DE LA PROTEASE 2,8% 4.188 60,7% 328 0,3% 59 11 A10AD INSULINES ET ANAL. A ACTION INTERMEDIAIRE AVEC DEBUT D'ACTION RAPIDE 2,6% 3.884 18,4% 3.795 3,6% 8 12 J05AG INHIBITEURS NON-NUCLEOSIDIQUES DE LA TRANSCRIPTASE REVERSE 2,4% 3.632 61,1% 417 0,4% 46 13 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 2,2% 3.215 20,1% 719 0,7% 33 14 H01CB ANTAGONISTE DE L'HORMONE DE CROISSANCE 2,0% 2.971 19,3% 80 0,1% 101 15 R03AK SYMPATHOMIMETIQUES AVEC AUTRES SUB.
4,5% 6.692 62,1% 372 0,4% 52 6 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 4,3% 6.487 3,1% 14.077 13,3% 1 7 A10AB SNELWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 3,8% 5.676 36,3% 5.358 5,0% 4 8 A10AE LANGWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 3,8% 5.610 41,1% 3.156 3,0% 9 9 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 3,0% 4.483 3,2% 4.148 3,9% 6 10 J05AE PROTEASE-INHIBITOREN 2,8% 4.188 60,7% 328 0,3% 59 11 A10AD MIDDELLANGWERKENDE MET SNELWERKENDE INSULINES 2,6% 3.884 18,4% 3.795 3,6% 8 12 J05AG NIET-NUCLEOSIDE REVERSE TRANSCRIPTASEREMMERS 2,4% 3.632 61,1% 417 0,4% 46 13 L02BG ENZYMREMMERS 2,2% 3.215 20,1% 719 0,7% 33 14 H01CB ANTIGROEIHORMOON 2,0% 2.971 19,3% 80 0,1% 101 15 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.

OBSTRUCTIV 1,8% 13.280 8.964 1,4% 14 14 15 15 J05AF INHIB. NUCLEOSIDIQUES ET NUCLEOTIDIQUES DE LA TRANSCRIPTASE REVERSE 1,7% 12.302 1.192 0,2% 105 104 16 16 N03AX AUTRES ANTIEPILEPTIQUES 1,7% 12.168 3.818 0,6% 38 50 17 1 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 1,7% 12.135 1.674 0,3% 82 35 18 21 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 1,7% 12.021 2.753 0,4% 55 69 19 18 G03AA PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS FIXES 1,5% 10.834 75.448 11,7% 1 1 20 17 S01EE ANALOGUES DE LA PROSTAGLANDINE 1,5% 10.608 13.885 2,2% 9 9 21 22 J05AR ANTIVIRAUX POUR LE TRAITEMENT DES INFECTIONS A VIH, ASSOCIATIONS 1,3% 9.356 602 0,1% 127 130 22 20 S01ED BETA-BLOQUANTS 1,3% 9.152 19.483 3,0% 6 4 23 19 J02AC DERIVES TRIAZOLES 1,2% 8.967 1.670 0,3% 84 78 24 24 A10AB INSULINES ET ANALOGUES INJECTABLES A ACTION RAPIDE 1,2% 8.407 7.940 1,2% 18 17 25 32 J05AE INHIBITEURS DE LA PROTEASE 1,2% 8.369 644 0,1% 125 135 26 23 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 1,1% 8.270 2.013 0,3% 69 71 27 26 A10AE INSULINES ET ANALOGUES INJECTABLES A ACTION LONGUE 1,1% 8.004 4.653 0,7% 35 37 28 28 H01CB ANTAGONISTE DE L'HORMONE DE CROISSANCE 0,9% 6.776 181 0,0% 170 172 29 29 C09AA IECA, SIMPLES 0,9% 6.572 21.625 3,4% 4 5 30 27 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 0,9% 6.297 3.599 0,6% 43 43 31 * J07BH VACCINS DE LA DIARHHEE A ROTAVIRUS 0,8% 6.095 80 0,0% 199 * 32 25 M05BA BIPHOSPHONATES 0,8% 6.091 5.114 0,8% 31 30 33 30 H02AB GLUCOCORTICOIDES 0,8% 5.838 13.437 2,1% 10 10 34 34 R03BB ANTICHOLINERGIQUES 0,8% 5.486 6.006 0,9% 26 25 35 35 A10AD INSULINES ET ANAL.
LUCHTWEGAANDOEN 1,8% 13.280 8.964 1,4% 14 14 15 15 J05AF NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE TRANSCRIPTASEREMMERS 1,7% 12.302 1.192 0,2% 105 104 16 16 N03AX OVERIGE ANTI-EPILEPTICA 1,7% 12.168 3.818 0,6% 38 50 17 1 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 1,7% 12.135 1.674 0,3% 82 35 18 21 L02BG ENZYMREMMERS 1,7% 12.021 2.753 0,4% 55 69 19 18 G03AA PROGESTAGENEN MET OESTROGENEN IN VASTE VERHOUDING 1,5% 10.834 75.448 11,7% 1 1 20 17 S01EE PROSTAGLANDINEANALOGEN 1,5% 10.608 13.885 2,2% 9 9 21 22 J05AR ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR THERAPIE VAN HIV-INFECTIES, COMBINATIEPREP.