Le CSS estimait aussi que des avis complémentaires du Comité Consultatif belge de Bioéthique et de la Commission pour la Protection de la Vie privée seraient utiles.
De HGR vond dan ook dat aanvullende adviezen van het Belgische Raadgevend Comité voor Bioethiek en de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer nuttig zouden zijn.