L'article 6, § 2, du chapitre II consacré au prélèvement sur des personnes vivantes qui prévoit que : « Chez une personne qui atteint l'age de 18 ans, mais n'est pas en mesure de manifester sa volonté en raison de son état mental, le prélèvement est subordonné au consentement du mandataire légal..». fait l'objet de controverses.
Artikel 6, §2, uit hoofdstuk II gewijd aan de wegneming bij levenden stelt : " Indien een persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, wegens zijn geestestoestand niet bij machte is zijn wil te uiten, is voor het wegnemen (..) de instemming vereist van de wettelijke (..) vertegenwoordiger (.)" en is het voorwerp van controverse.