Si la seconde perfusion ne s’accompagne d’aucun effet indésirable grave, les perfusions suivantes (3 à 12) doivent être administrées sur 4 heures (voir rubrique 4.2), à l’aide d’une voie centrale ou périphérique, selon le schéma suivant :
Indien de tweede infusie zonder ernstige bijwerkingen is toegediend dan kunnen de resterende infusies (3 tot en met 12) toegediend worden binnen 4 uur (zie rubriek 4.2) via een perifere lijn of een inwendige katheter, volgens het onderstaande schema: