Vertaling van "voie orale quatre " (Frans → Nederlands) :

Dans ces études, la dompéridone en monothérapie à raison de 10 mg par voie orale quatre fois par jour a induit un allongement de l’intervalle QTc moyen de 1,6 ms (étude kétoconazole) et de 2,5 ms (étude érythromycine), alors que le kétoconazole (200 mg deux fois par jour) et l’érythromycine (500 mg trois fois par jour) administrés en monothérapie ont entraîné des augmentations du QTc de respectivement 3,8 ms et 4,9 ms pendant la période d’observation.
In deze studies resulteerde domperidon 10 mg in monotherapie oraal toegediend viermaal per dag in een stijging van de gemiddelde QTc van 1,6 msec (ketoconazole studie) en 2,5 msec (erythromycine studie), terwijl ketoconazole in monotherapie (200 mg tweemaal per dag) en erythromycine in monotherapie (500 mg driemaal per dag) resulteerden in stijgingen van de QTc van 3,8 en 4,9 msec, respectievelijk, gedurende de observatieperiode.

Lors de ces études, une monothérapie de dompéridone à une dose de 10 mg administrée par voie orale quatre fois par jour, donnait lieu à un allongement de l’intervalle QTc moyen de 1,6 msec (étude kétoconazole) et de 2,5 msec (étude érythromycine), tandis qu’une monothérapie de kétoconazole (200 mg deux fois par jour) et une monothérapie d’érythromycine (500 mg trois fois par jour) donnaient lieu à un allongement de l’intervalle QTc de respectivement 3,8 et 4,9 msec pendant la période d’observation.
In deze onderzoeken leidde domperidon als monotherapie bij een orale toediening van 10 mg viermaal daags tot een verlenging van het gemiddelde QTc-interval met 1,6 msec (ketoconazolonderzoek) en 2,5 msec (erythromicineonderzoek), terwijl ketoconazol als monotherapie (200 mg tweemaal daags) en erythromycine als monotherapie (500 mg driemaal daags) leidden tot verlenging van het QTc-interval met respectievelijk 3,8 en 4,9 msec tijdens de observatieperiode.

Dans ces études, la monothérapie au dompéridone à raison de 10 mg par voie orale quatre fois par jour a entraîné des allongements de l’intervalle QTc moyen de 1,6 msec (étude avec le kétoconazole) et de 2,5 msec (étude avec l’érythromycine), tandis que la monothérapie au kétoconazole (200 mg 2x/jour) et la monothérapie à l’érythromycine (500 mg 3x/jour) ont produit des allongements de l’intervalle QTc moyen de 3,8 et 4,9 msec respectivement pendant la période d’observation.
In deze onderzoeken leidde domperidone als orale monotherapie bij een toediening van 10 mg viermaal daags tot een verlenging van het gemiddelde QTc-interval met 1,6 msec (ketoconazolestudie) en 2,5 msec (erythromycinestudie), terwijl ketoconazole als monotherapie (200 mg tweemaal daags) en erythromycine als monotherapie (500 mg driemaal daags) leidden tot stijgingen van het QTc van respectievelijk 3,8 en 4,9 msec tijdens de observatieperiode.

Lors de ces études, une monothérapie par une dose de 10 mg de dompéridone, administrée par voie orale quatre fois par jour, donnait lieu à des augmentations de l’intervalle QTc moyen de 1,6 msec (étude kétoconazole) et de 2,5 msec (étude érythromycine), tandis qu’une monothérapie par kétoconazole (200 mg deux fois par jour) et une monothérapie par érythromycine (500 mg trois fois par jour) donnaient lieu à des augmentations de l’intervalle QTc de respectivement 3,8 et 4,9 msec, durant la période d’observation.
In deze onderzoeken leidde domperidon als monotherapie bij orale toediening van 10 mg viermaal daags tot een verlenging van het gemiddelde QTc-interval met 1,6 msec (ketoconazolonderzoek) en met 2,5 msec (erythromicineonderzoek), terwijl ketoconazol als monotherapie (200 mg tweemaal daags) en erythromycine als monotherapie (500 mg driemaal daags) leidde tot een verlenging van het QTc-interval met respectievelijk 3,8 en 4,9 msec tijdens de observatieperiode.

dompéridone à raison de 10 mg par voie orale quatre fois par jour a entraîné des allongements de
In deze onderzoeken leidde domperidone als orale monotherapie bij een toediening van 10 mg

FTY720 (fingolimode), nouveau traitement par voie orale de la sclérose en plaques (SEP), a continué de montrer de faibles taux de rechute après quatre ans de traitement de patients souffrant de la forme cyclique (poussées/rémissions) de la SEP, selon les résultats d’un essai ouvert étendu de phase II. Les résultats présentés au congrès de l’American Academy of Neurology, qui a eu lieu en avril, ont également montré que le profil d’innocuité n’avait pas changé en passant de trois à quatre ans.
FTY720 (fingolimod), a novel oral development therapy for multiple sclerosis, showed continued low relapse rates after four years in patients with relapsing-remitting MS in an open-label Phase II extension study. The data, presented at the American Academy of Neurology (AAN) meeting in April, also showed no significant change in the safety profile from three to four years.

Quatre études randomisées en double aveugle ont comparé le rivaroxaban (par voie orale) à l’énoxaparine (par voie sous-cutanée) en prévention des TEV après chirurgie de la hanche (les études Record I et II) et après chirurgie du genou (les études Record III et IV).
In vier dubbelblinde gerandomiseerde studies werd rivaroxaban (oraal) vergeleken met enoxaparine (subcutaan) voor de preventie van VTE na heupchirurgie (de Record I- en II-studies) en na kniechirurgie (de Record III- en IV-studies).

Lors de l’administration concomitante du dompéridone, à raison de 10 mg quatre fois par jour, avec l’érythromycine, administrée par voie orale à raison de 500 mg trois fois par jour, l’intervalle QTc moyen a présenté un allongement de 9,9 msec au cours de la période d’observation, avec des variations de 1,6 à 14,3 msec à certains moments.
Bij combinatie met domperidon, 10 mg viermaal daags, en oraal toegediend erythromycine, 500 mg driemaal daags, werd de gemiddelde QTc tijdens de observatieperiode verlengd met 9,9 msec, met veranderingen op sommige tijdstippen van 1,6 tot 14,3 msec.

A quatre études près – une à propos des produits sulfanilamide et sulfatriad (Landsman 1951), une sur l' amoxicilline (Leelarasamee 2000) et deux sur l'érythromycine (Marlow 1989, Petersen 1997) – toutes les études examinent la pénicilline par voie orale.
Op vier studies na - één over de producten sulfanilamide en sulfatriad (Landsman 1951), één over amoxicilline (Leelarasamee 2000) en twee over erythromycine (Marlow 1989, Petersen 1997) - onderzoeken de studies penicilline in orale toediening.

En cas d’association du dompéridone administré par voie orale, à raison de 10 mg quatre fois par jour, et du kétoconazole, à raison de 200 mg deux fois par jour, on a observé un allongement moyen de l’intervalle QTc de 9,8 msec au cours de la période d’observation, avec des variations de 1,2 à 17,5 msec à certains moments.
Bij combinatie met oraal toegediend domperidon, 10 mg viermaal daags, en ketoconazole, 200 mg tweemaal daags, werd een gemiddelde verlenging van het QTc-interval waargenomen van 9,8 msec tijdens de observatieperiode, met veranderingen op sommige tijdstippen van 1,2 tot 17,5 msec.